Gravelen als een Limburgse houthakker

Er waaide een prikkelend mailtje binnen op de Grinta!-redactie. Wie er zin had om deel te nemen aan de Lumberjack Gravel Ride van Café Coureur in Borgloon. Mijn vingertje ging direct omhoog. De paden in Limburg zouden de crème de la crème zijn om te gravelen, dus moest ik die maar eens dringend gaan verkennen. Ook al was die dag alweer code oranje voor het oosten van het land voorspeld.

Een week voor het event had ik info over de graveltocht in de whatsappgroep van mijn triatlonclub gegooid. Iedereen zit daar al lang op zijn honger voor uitdagingen. Ik vond nog vier anderen bereid om me te vergezellen. De tocht van 75 kilometer leek ons te kort. Die van 300 kilometer dan weer te lang. We tekenden in voor de rit van 150 kilometer. Drie gravelbikes en twee mountainbikes.

Festivalgevoel

Ook bij Café Coureur zaten ze lang op hun honger. Hun graveltocht in de winter was uitgesteld door corona. De stemming op de site is dan ook feestelijk. In de horecazaak van Café Coureur zitten groepjes fietsers te ontbijten terwijl ze op groot scherm de olympische wegrit volgen. Buiten is een feesttent met sfeervolle lampjes opgesteld met gezellige houten tafels waar mensen van een oppeppende koffie slurpen. We melden ons aan en nemen een goodiebag in ontvangst met wat drank, een Grinta!-magazine en een ass-saver. Van die laatste zal ik later spijt krijgen dat ik hem in de auto heb gezwierd en niet onder mijn zadel.

De route is niet uitgepijld, maar volledig via gps te volgen. De gpxen hebben we vooraf gemaild gekregen. Af en toe gaan we zo op in het landschap, dat we een afslag missen en op onze stappen moeten terugkeren. Heel erg is het niet. Het eerste deel gaat lichtglooiend door velden en langs fruitboomgaarden. Deze streek verbergt een wirwar aan heerlijke paadjes. De ondergrond is droog, de kilometers vliegen voorbij. Het zomert en de sfeer zit goed.

Olympische livestream

In een kasteeldreef roept een stilstaande deelnemer onze hulp in. Lekke band en geen tools mee om zijn wiel uit te draaien. Kort erna stopt nog iemand: problemen met de gps. We helpen hem zijn toestel resetten. En om het helpdeskgevoel helemaal compleet te maken, stopt nog een groepje voor hulp met de gps. Iemand haalt zijn gsm boven. Nog vijf kilometer te gaan in Japan. Carapaz is op weg naar goud. Gebogen over de livestream van Sporza zien we Wout van Aert naar zilver spurten. Gaandeweg krijgen we afwisseling van landschap. Het wordt wat vlakker, af en toe rijden we over singletracks door bos. Kort nadat we het Albertkanaal zijn overgestoken, wacht ons na 33 kilometer al de eerste bevoorrading in Zutendaal. Veel honger hebben we nog niet, maar de vlaai en de rijsttaartjes zijn te verleidelijk om te weerstaan. Er komt een groepje aangereden. Allemaal met een blauw-rood geruit fietstruitje aan zoals een houthakkershemd. Het blijkt een officieel truitje te zijn van organisator Café Coureur. Dan ook pas valt onze frank wat Lumberjack wil zeggen. Engels voor houthakker dus.

Fietsen door het water

Parcoursbouwer Bart Der Lokomotiv heeft zijn best gedaan om een paar absolute trekpleisters van Limburg op de route te leggen. Voor Limburgse deelnemers hoeft dit misschien niet, voor Meetjeslandse toeristen als wij is het genieten als we bijvoorbeeld plots Fietsen door het Water zien opduiken. Met het water op ooghoogte fietsen we door het meertje. Halverwege laten we ons als echte dagjestoeristen vangen aan een fotosessie. Het betere stoefwerk voor het thuisfront. We komen nog meer meertjes tegen. Stilaan vraag ik me af waar al die Limburgers wonen. Hectares en hectares ongerepte natuur rijgen zich aaneen. 

Af en toe verspert een omgevallen boom de weg en moeten we er met fiets en al over klauteren. “Het werk van de lumberjacks!”, lachen we elke keer. Moerassig gebied, weides, bossen en – hoera! – ook een prachtig bloeiend heidegebied met duinen krijgen we voorgeschoteld. Het losse zand maakt de singletracks moeilijk berijdbaar. Zeker op de oplopende stukken, moeten we af en toe voet aan de grond zetten. Het geeft ons de tijd om te genieten. Nu we stilstaan, laten we ons vangen om naar de buienradarapp te kijken. Hadden we beter niet gedaan. Een zware onweersdreiging rukt vanuit Luik op naar Limburg. Straks krijgen we ervanlangs, er is geen ontsnappen aan.

Een bergje afval

Bijna halverwege de rit begin ik me af te vragen hoe we aan de 800 hoogtemeters in totaal zullen geraken. Ondanks de glooiende stukken, tikken de hoogtemeters niet echt aan. Ik had die gedachte niet mogen uitspreken. Niet veel later loopt het ineens tussen bomen steil omhoog. Als we uit het bosje komen, merken we waar we aan begonnen zijn: de Terril van Winterslag. Deze enorm berg bevat het opgestapelde steenafval uit de mijnen van vroeger. Op dit gigantische stort lopen verschillende tracks waar mountainbikers uit de buurt graag klimtrainingen komen afwerken. Het is stampen om niet omver te vallen.

Euforie

Er komt geen einde aan het klimwerk. Net dan begint het te regenen. Op een steile knik voelen sommigen van ons hun voorwiel doorslippen. Voet aan de grond. Verbazing alom als ik hen toeroep uit de weg te gaan. Met mijn snoet bijna op mijn voorwiel kruip ik naar boven. Ik haal het. Euforie. Of bijna. Het begint harder te regenen. Regenvestjes gaan aan. Op de terril kan je mijlenver rond je kijken. We zien windmolens, de mijnschacht en andere terrils, ook al is het uitzicht beperkt door de laaghangende regenbuien die de voorbode zijn van nog slechter weer.

Man kwijt

In de afdaling gaat het mis. Maarten volgt ons al de hele tijd zonder gpx en mist een afslag. We staan in de gietende regen op hem te wachten. Een telefoontje later leren we dat hij aan de andere kant is afgedaald. In de veronderstelling dat de tweede bevoorrading niet ver meer kan zijn, beslissen we om daar af te spreken. Met vier rijden we door de toeristische site van C-mine. De terrasjes liggen er verzopen bij. Sander zoomt uit op zijn gps en deelt mee dat de bevoorrading nog zeker 25 kilometer verderop ligt. We bellen opnieuw naar onze verloren soldaat, delen onze live locatie via whatsapp, terwijl we proberen onder een grote boom te schuilen. De bladeren houden de regen niet lang tegen. Langs alle kanten worden we belaagd door muggen. Na een kwartier, dat een eeuwigheid lijkt te duren, is ons groepje eindelijk weer compleet. Eentje oppert om de kortste weg naar de finish te nemen, maar we beslissen om toch door te zetten en af te wachten hoe de tracks erbij liggen. Het terrein heeft een metamorfose ondergaan. De grond heeft de voorbije weken al zoveel regen moeten slikken, dat wat er nu nog bijvalt gewoon op de grond blijft staan. Al snel heb ik het gevoel deel te nemen aan een winterse VTT. Singletracks veranderen in smalle beekjes. Bredere paden zijn een aaneenschakeling van modderpoelen. Door de fietsbril zie je niks meer, maar zonder krijg je modder in je ogen. Tot overmaat van ramp krijgt mijn gps kuren door de hevige regen. Een paar keer resetten brengt geen oplossing. Ik rij rond als een blinde mol, vloek op de regen, geraak gedemotiveerd achterop en raak soms de groep kwijt.

Jimmy Frey

Geen idee wie ermee begonnen is, maar opeens zijn we aan het zingen. “Mooi, het leven is mooi.” “Zaragoza!” Hoe hoger de schlagerfactor, hoe luider we klinken. Waar we in het begin nog proberen de plassen zoveel mogelijk te vermijden, rijden we er nu gewoon door. Het pakketje modder op mijn kont dikt aan. Mijn kleurrijke kousen – de officiële supporterssokken voor ons olympisch roeiduo Tim en Niels – zijn zwarte gedrochten.

Mijn fiets kraakt en knarst langs alle kanten, schakelen lukt niet vlot mee. Ik ben al lang blij dat ik gisteren nog andere banden op mijn Liv-testfiets liet leggen. De oorspronkelijke bandjes hebben weinig profiel. Daarmee zou ik hier zeker elke tien meter onderuit zijn gegaan.

RIP GPS

Soms riskeer ik het me om mijn blik weg te trekken van de meters voor me en kijk om me heen. Zelfs tijdens code oranje is het adembenemend mooi. We nemen ons nu al voor deze rit nog eens te rijden tijdens droge omstandigheden. Na iets meer dan 100 kilometer komen we bij dezelfde bevoorrading als de eerste keer. De regen is dan wel geleidelijk aan het wegtrekken, ik vrees voor nog vijftig kilometer ploeteren door de modder. Mijn gps blijft morsdood. Ik beslis om samen met Sander een shortcut over de weg terug naar Borgloon te nemen. Dat is een beetje balen, maar eerlijk is eerlijk, het vet is door het geploeter toch al van de soep. Ook over de weg is het nog 25 kilometer met op het einde nog redelijk wat klimwerk. Door ons pussygedrag, mis ik wel nog fantastische stukken langs onder meer Alden Biesen en het doorkijkkerkje van Borgloon. Iets waarmee de drie achterblijvers die de hele rit uitrijden, ons uiteraard bij aankomst mee rond de oren slaan. En tuurlijk zeggen die dat de ondergrond beter meeviel dan het stuk voor de bevoorrading.

Beetje Parijs-Roubaix

De warme ontvangst in Café Coureur maakt veel goed. De douche in de catacomben – die hebben iets weg van de douches in Roubaix – spoelen al het vuil weg. De afspuitpost is een handig extraatje om geen kilo modder op de fiets mee naar huis te nemen, al had er gerust meer dan één waterslang mogen zijn. Het event was niet goedkoop, 45 euro voor de 150 kilometer, maar je krijgt er wel wat voor terug. Zoals een gratis hamburger (ook végé, waarvoor dank!), een Kwaremont en een koffie. We praten even door over de hoge prijzen van de moderne fietsevents. Die lijken sinds corona alleen maar duurder geworden. Ook al is dat, als je het vergelijkt met triatlons waarvan de inschrijvingsprijzen de pan uit swingen, nog relatief. Bovendien komen we niks te kort. Al hadden wegwijzers misschien wel handig geweest als aanvulling op de gpx. 

De zon is er opnieuw komen doorpiepen en maakt het aangenaam nakaarten op het terras. In de tuin stellen een paar deelnemers kleine tentjes op. Die blijven slapen en fietsen de dag nadien opnieuw. Chapeau voor de mannen die de 300 kilometer tot een goed einde brengen. Naast ons zitten enkele mannen die in Café Coureur zelf een kamer hebben geboekt en die de volgende ochtend nog eens naar huis zullen fietsen. Ondanks de weersomstandigheden hebben we genoten van de tocht en de streek. Zeker eentje om nog eens over te doen, in droge tijden.

Ook deelnemen aan een fietsevent van Café Coureur? In september is er een tweedaagse rond Houffalize. Rond kerst is er een wintereditie van de Lumberjack Gravel Ride in Limburg. Check www.cafecoureur.cc

TAGS:
Datum:
Auteur:
Fotograaf:

Lees ook

Gooische 200 gravelride: Just a perfect day…

Zelfs ik als absolute niet-televisiekijker weet dat een reeks is die ‘Gooische Vrouwen’ heet, een dramareeks (meer dan vermoedelijk in alle betekenissen van het woord ‘drama’, al kan ik mij daar als niet-televisiekijker eigenlijk niet over uitspreken) dat over vier vrouwen uit Het Gooi gaat. Het Gooi is de verzamelnaam voor de rijke buurten rond Hilversum waar de vrouwen in kwestie niet veel anders te doen hebben dan bij mekaar op de koffie gaan en roddelen over de rest van de buurt. Na de Gooische 200 gravelride heb ik een suggestie voor de makers van de reeks: zet de vier dames in kwestie op een fiets en je krijgt gegarandeerd televisie die mij wel zal boeien.

Crosshill CF: de eerste carbon gravelbike van Lapierre

De aluminium Crosshill van Lapierre gaat al een hele poos mee, maar op een carbon gravelbike was het bij de Fransozen wachten tot vandaag. De Crosshill CF is gericht op snelheid, maar verliest dankzij z’n unieke framedesign – onmiskenbaar Lapierre – ook het comfort niet uit het oog.

GRAVAA: dit was het geheime wapen van Marianne Vos

Het WK Gravel 2024 kende vooral bij de elite dames een droomfinale. Na een bloedstollende sprint op de Bondgenotenlaan in Leuven moest Lotte Kopecky het hoofd buigen voor de ‘GOAT’ Marianne Vos. Achteraf was er wel wat te doen over het geheim wapen waarmee Vos koerste: het GRAVAA-systeem waardoor ze onderweg kon spelen met de luchtdruk in haar banden. Hoe werkt die technologie? We legden ons oor te luister bij de mensen van GRAVAA zelf, die een drukbezochte stand hadden op de Gravel Expo in Leuven.