GRIT! Amstel Gravel

  • Grit! Amstel-20 kopie
  • Grit! Amstel-38 kopie
  • Grit! Amstel-42 kopie
  • Grit! Amstel-52 kopie
  • Grit! Amstel-74 kopie
  • Grit! Amstel-1 kopie
Afstand

103 kilometer

Offroad

59 %

Hoogtemeters

1560 meter

Moeilijkheidsgraad

Hoog

Routebouwer

Bart Vandermaelen

GPX-bestand Download GPX

In 2023 schotelen we jou in elke Grinta! een gravelbikevriendelijke versie van een wielerklassieker voor. Weg van de betonbanen en de lintbebouwing. Wel nog steeds langs plaatsen die je wielerhart sneller doen slaan. De laatste route in deze rubriek is weggelegd voor onze jubileumeditie. Onder het motto ‘save the best for last’ neemt onze man je mee naar het pitoreske Zuid-Limburg. Het is er mooi, het is er pittig fietsen en bovenal: het is er een waar gravelparadijs!

Route en Tekst: Bart Vandermaelen – Foto’s: Just Jean Media

Zal ik het maar direct toegeven? Van alle gravelroutes die ik tot nu toe voor deze rubriek met ‘gravelklassiekers’ uitstippelde, was dit de makkelijkste. Open Komoot zelf eens en je zal meteen zien dat het wegennet in het zuidelijkste puntje van Nederlands Limburg een wirwar is van lichtbruine streepjes. En dat betekent: brede offroad wegen. In Oost- en West-Vlaanderen zijn dat veelal bonkige aardewegen en moet je zorgvuldig te werk gaan wanneer je een rondje tekent, maar tussen Valkenburg en de Belgische grens zijn het haast stuk voor stuk grindostrades om van te likkebaarden. Een mens zou er zelfs keuzestress van krijgen.

Op goed gevoel creëer ik een lus op Komoot, met het parcours van de Amstel Gold Race als leidraad en Google Satelliet, Street View en Gravelmap als hulpmiddelen. Bij de eerste verkenning bleek al meteen dat het er ‘boenk op’ was. Wat. Een. Regio. De term ‘gravelparadijs’ wordt tegenwoordig vaak te snel in de mond genomen, maar geloof me vrij: dit is er eentje!

(Lees verder onder de foto’s)

Langs kastelen en grotwoningen

Ik kan me geen betere plaats voorstellen om deze rit te starten dan het Shimano Experience Center in Valkenburg. Het gloednieuwe complex ligt in de schaduw van de Cauberg en aan de oevers van de Geul. Dat riviertje is verantwoordelijk voor het prachtige reliëf in deze streek. De Cauberg spaar ik op tot het einde van de tocht, net zoals dat in de Amstel Gold Race zo lang het geval is geweest. Ik kies ervoor om in de eerste kilometers de beentjes los te schudden op vlak terrein. Ik volg de Geul een eindje stroomafwaarts en fiets doorheen het natuurgebied Ingendael en langs het imposante kasteeldomein van St. Gerlach, dat vandaag een luxueus hotel en restaurant is.

(Lees verder onder de foto)

De Geulhemmerweg is echter al na drie kilometer een eerste obstakel. Die is in het begin best steil, maar de weg vlakt gelukkig snel uit. Blikvangers hier zijn de grotwoningen die in de kalkstenen rotswand zijn uitgehouwen en waarin tot de jaren dertig van vorige eeuw nog mensen woonden. Het contrast met het kasteel van daarnet kan niet groter zijn. Haast meteen gaat het opnieuw bergaf over een grindpad langs een andere mergelgrot, richting het dorpje Bemelen. Daar krijgen mijn dijen al een tweede prik te verduren. De Bemelerberg staat tijdens de Amstel Gold Race ook op het menu van de renners en brengt me via een slingerende weg naar het plateau van Margraten.

(Lees verder onder de foto)

Macaber monumentje

Het tweeluikje Geulhemmerweg – Bemelerberg is een pittige opener en dus ben ik maar wat blij wanneer ik even bovenop het plateau blijf fietsen. Ik zou haast durven stellen dat het landschap verdacht goed op dat van de Vlaamse Ardennen lijkt. Glooiende akkers, met bomenrijen omzoomd. Alleen kan je hier wel een stuk makkelijker gravelbiken. Een reeks kaarsrechte grindpaden die haast even breed zijn als tweevaksbanen, toveren een glimlach op mijn gezicht. Vooral rond de Van Tienhovenmolen tussen Bemelen en Sibbe is het echt kilometerslang smullen geblazen. Het blijft toch een typisch plaatje: Nederland en windmolens. Al zijn ze in Zuid-Limburg wel een stuk zeldzamer dan in Holland. Hier kleuren witte vakwerkhuizen en oude mergelgroeves het landschap. Het zijn trouwens die groeves die mee verantwoordelijk zijn voor dit gravelmekka. Haast alle landwegen zijn semi-verhard met de kalkstenen kiezeltjes die in en rond de Maasvallei uit de grond werden gehaald en dat maakt het voor gravelliefhebbers één grote speeltuin.

(Lees verder onder de foto’s)

Tussen de op en neer gaande akkers snijden ook holle wegen door het landschap. Ze brengen me langs een merkwaardig monument, net buiten Banholt. De grote paal waarrond enkele metalen kraaien cirkelen is een ideaal plekje om even bij te tanken. Al leert het infobordje me dat de plaats een macaber tintje heeft. Tot 1795 stond op deze plaats een galg. Criminelen werden er publiekelijk terechtgesteld en opgeknoopt. Het lijk van de man of vrouw in kwestie bleef dan een tijdlang hangen, als ‘galgenaas’ voor de kraaien én als afschrikmiddel voor passanten met slechte bedoelingen. Ik dacht hier een plasje te doen, maar bij nader inzien stel ik dat toch nog even uit. Je weet maar nooit!

(Lees verder onder de foto’s)

Hoogtepunt

Stilletjesaan wordt het landschap heuvelachtiger, bosrijker en komt de grens met België in zicht. Voeren ligt vlakbij, maar ik blijf netjes aan de Nederlandse kant van de grens. Via het Groote Bosch en het Onderste Bosch verlaat ik het plateau van Margraten en dat betekent dat het festijn van klimmen en dalen nu pas echt is begonnen. De lange afdaling richting Epen is kicken geblazen. Door de snelheid die ik maak, maar ook door het adembenemende uitzicht op de vallei van de Geul én op het Vijlenerbos waar ik zo meteen heen moet.

Vooraleer ik het langste bos van Nederland induik, moet ik eerst de Camerig overwinnen. Dat is nog zo’n klassieker uit de Amstel Gold Race. En niet enkel de helling stelt mijn doorzettingsvermogen op de proef. In en rond Epen kom ik een pak gezellige terrasjes tegen, die me proberen te verleiden met ijsjes, koffie, versgeplukt fruit en zelfs poffertjes: de Smidse, de Wingbergerhoeve, het Rozenhof… Oef: ik ben boven op de Camerig én heb de drang weten te weerstaan om me aan een tafeltje in de zon neer te vlijen. Schouderklopje voor mezelf!

(Lees verder onder de foto’s)

Na de pittige klim gaat het zo’n acht kilometer lang over prachtige bospaden en langs enkele grenspaaltjes richting het letterlijke hoogtepunt van de route: het Drielandenpunt in Vaals. Met 322 meter is dat ook meteen het hoogste punt van Nederland. Ik moet toegeven: het is een wat kitscherige plek, maar ik neem toch ook de tijd voor een paar foto’s. De terrasjes op Belgisch en Nederlands grondgebied maken het fijn toeven en zowel de uitkijktoren als het labyrinth zijn trekpleisters voor dagjesmensen. Het frietkraam aan herberg ‘De Grenssteen’ wordt mijn uitverkoren lunchplaats. Terwijl de betere hoempapamuziek door de boxen op het terras schalt, werk ik vlotjes een pak friet met een vettige Thüringerworst naar binnen. ‘Spoiler alert’: hier krijg ik nog spijt van!

(Lees verder onder de foto’s)

Mikpunten

Dat ik me op het hoogste punt van de route bevind, betekent niet dat het van nu af aan enkel nog bergaf is richting Valkenburg. Integendeel. Wat de Amstel Gold Race zo uniek maakt, is de moordende opeenvolging van steile klimmetjes die op een zakdoek bij elkaar liggen. En net dat deel van de route krijg ik na Vaals voorgeschoteld. Vanaf het plaatsje Wahlwiller ziet het hoogteprofiel van de rit eruit als een doorsnede van het gezicht van een zestienjarige puber. De ene bult volgt de andere op, met de Kruisberg als eerste stevige kuitenbijter.

Echt recupereren zit er nu even niet meer in, want amper een paar kilometer later stuit ik vanuit Eys op de Kromhagerweg. Die helling zegt je niks? Dat kan, want ze zit niet in het parcours van de Amstel Gold Race. De steile holle weg loopt parallel met de bekendere Eyserbosweg naar omhoog, maar mondt boven uit in een prachtig grindpad dat een open zicht biedt op de wijde omgeving en het Drielandenpunt in de verte. Het scheelt niet veel of ik zie mijn Thüringerworst terug op dit rotdingetje! Hier had ik me even niet aan verwacht, maar opnieuw duik ik vlak na de klim de vallei in richting Eys.

(Lees verder onder de foto’s)

 

Rechterover het kerkje vind je koffie- en fietsbar ‘Unpaved Cycling’ waar ik toch eventjes halt hou om bij mijn positieven te komen. Weer geen topidee, want na de koffiestop moet ik met afgekoelde spieren direct de Eyserbosweg bedwingen. Al heb ik hier een paar mikpunten. Een grote groep wielertoeristen vat de klim vlak voor mij aan, maar hun groepje verbrokkelt al snel en zo kan ik met mijn soepel gravelverzetje toch van het ene achterwiel naar het andere springen. Slecht nieuws voor de Strava-segmentenjagers: vlak voor de top van de Eyserbosweg duik ik een bosje in en – je raadt het al – daal ik opnieuw af…

(Lees verder onder de foto’s)

Opwellingen van melkzuur

Wanneer ik even op mijn Garmin uitzoom, zie ik nog vijf plaatsen van zelfkastijding. De eerste is de Gulperberg. Al vanaf de drukke Rijksweg zie ik een weggetje dat in een lange rechte lijn een steile helling oploopt. Tegen beter weten in hoop ik dat ik niet die kant uit moet. Dat dàt de Gulperberg niet is. Maar mijn schietgebedjes zijn tevergeefs: ik rij er recht naartoe en klem de tanden een halve kilometer lang stevig op elkaar. Op de top staat een kunstwerkje waarin ik het silhouette van een fietser ontwaar, maar ik ben eerlijk gezegd te choco om te capteren ter ere van wie of wat het er staat. Ik wil nu echt vooruit met de geit en probeer er de vaart in te houden.

Vlak na Gulpen is de offroad Beversbergweg aan de beurt. Die loopt wat geleidelijker aan omhoog. Een welkome afwisseling na al die steenpuisten van gemiddeld meer dan tien procent. Een heerlijke singletrack-afdaling brengt me in Schin op Geul en van daaruit moet nog één lusje gemaakt worden. Al is ook dat ommetje niet van de poes: de offroad kant van de Keutenberg en ook nog de Fromberg moeten er nog aan geloven. Gelukkig blijft het tussen de opwellingen van melkzuur door wel genieten geblazen. Wat is het hier toch mooi!

(Lees verder onder de foto)

Uitkijken naar… een frisse Amstel

Na de Fromberg gaat het weer richting Schin op Geul en op een paadje langs de spoorweg fiets ik terug naar Valkenburg. Al wacht me daar nog één laatste mannelijkheidstest: de Cauberg. Om bij het Shimano Experience Center te komen, hoef je die in feite helemaal niet meer te bedwingen en dus moet ik mezelf echt wel een trap onder de kont geven om dit omwegje niet af te snijden. Mijn eergevoel neemt gelukkig net op tijd de bovenhand en dus hijs ik mezelf nog een laatste keer naar boven op een flank van het Geuldal.

De Cauberg is verre van de mooiste helling vandaag, maar iconisch is ze zeker. Wanneer ik onder het brugje door ben, weet ik dat het ergste leed geleden is. Nog één laatste offroad afdaling en ik kan een frisse Amstel aan mijn lippen zetten in het Experience Center. Nooit gedacht dat ik daar nog naar zou uitkijken, maar na een dikke honderd kilometer en 1600 hoogtemeter op de gravelbike laat ik met plezier al mijn bierprincipes varen.

Kaart

" width="100%" height="680" frameborder="0" scrolling="no">