Bij gravel in de Ardennen denk je misschien meteen aan de Hoge Venen en de Oostkantons. Maar helemaal aan de andere kant van Wallonië ligt een écht verborgen parel: de vallei van de Semois en de ruime regio errond. Ik leerde de streek kennen dankzij ‘French Borders’, één van de gravelevents van Smugglers’ Path, maar er valt nog meer lekkers te ontdekken. En dus werd ik er voor een reportage in Grinta! 109 door de Smugglers uit Limburg op sleeptouw genomen voor een VIP-behandeling.
Foto’s: Just Jean Media – Tekst: Bart Vandermaelen – Route: Smugglers
Sinds mijn deelname aan Smugglers’ French Borders ben ik verknocht aan de uitgestrekte naaldbossen van Belgisch Luxemburg. In de dunst bevolkte provincie van ons land waan je je soms echt alleen op de wereld en dat is het gevoel waarvoor we het als gravelbikers doen, toch? Al is het natuurlijk een pak plezanter om met een groepje gelijkgestemden alleen op de wereld te zijn en dus gaf ik Erwin – Voaske – Vaesen van de Limburgse Smugglers een belletje. Zouden hij en zijn fietsmakkers het zien zitten om mee af te zakken naar de streek van French Borders zodat we van deze reportage een gezellig gravelweekendje kunnen maken? Als er één ding is waarvoor je de man altijd mag storen, dan is het zo’n voorstel. En zo komt het dat ik op een maartse vrijdagnamiddag samen met zes Smugglers in een vakantiehuisje in Bertrix het glas hef op een ongetwijfeld spetterende graveltweedaagse.
(Lees verder onder de foto’s)
De vele verkenningen voor zijn jaarlijks Ardennenevent maken van Voaske een kenner van de streek rond Herbeumont. De 103 kilometer lange route waar we vandaag onze tanden inzetten, bevat dan ook een heleboel ‘groads’ waar hij eerder al eens overheen is gegaan. Er is amper overlap met het parcours van French Borders – de naam is niet voor niks gekozen: die tocht speelt zich voornamelijk af op en rond de grens met Frankrijk – maar ook dit rondje richting Neufchâteau belooft er eentje te worden om duimen en vingers bij af te likken. Vanuit Bertrix trekken we haast meteen de bossen in en is het ook instant klimmen geblazen. Het is een voorbode van wat er de rest van de dag op het menu staat: een rollercoaster van klimmen, dalen, draaien en keren om enkele van de mooiste gravelwegen in de streek aan elkaar te rijgen. Het is doseren geblazen en iedereen behoedt zich voor een vroege klop van de hamer. Al is de vallei van de Vierre – een zijriviertje van de Semois – een eerste natuurlijke hindernis die de klimgeiten in ons gezelschap uit hun kot lokt. We fietsen een paar keer in en uit het dal en de steile flanken zetten de benen serieus onder spanning. Gelukkig ebt het melkzuur snel weg wanneer we boven telkens op schitterende vergezichten worden getrakteerd. De directe omtrek rond Neufchâteau is ietsje minder bosrijk, wat ervoor zorgt dat je vaak kilometers ver kan kijken.
(Lees verder onder de foto’s)
Veel specifieke herkenningspunten onderweg zijn er niet. Ingedommelde dorpjes met onbekende namen als Gribomont, Warmifontaine, Grapfontaine en Nolinfaing passeren de revue. Al die plaatsjes zijn haast onderling inwisselbaar. De constante? Er is hoegenaamd niks. Geen bakker, geen slager, geen restaurants, nougatbollen. Deze uithoek van het land lijkt door God en klein Pierke te zijn verlaten, maar dat maakt het ook zo charmant. Voor eerste tekenen van leven moeten we in Neufchâteau zijn. Langs het stuwmeer is het fijn toeven in het voorjaarszonnetje, maar we beslissen om ons op het terras van ‘Le Baroudeur’ neer te vleien. Er staan vijftig kilometers op de teller en het is hoog tijd voor bevoorrading.
(Lees verder onder de foto’s)
Daartoe leent dit wielercafeetje op het marktplein van Neufchâteau zich perfect. Het mag trouwens Arnaud De Lie tot zijn vaste klanten rekenen: binnen hangen er enkele gehandtekende truitjes van de ‘Stier van Lescheret’ aan de muur. De zon op onze bol brengt een paar Smugglers aan het twijfelen over het vervolg van de dag. Vanuit Neufchâteau maakt het parcours een lusje en binnen een dikke twintig kilometer komen we hier weer langs. De verleiding is groot om nog even te blijven plakken en de lus te laten voor wat het is. Maar Voaske duldt geen muiters en houdt zijn manschappen in het gareel. Fietsen zullen we! Iedereen bestijgt na de pauze gedwee z’n gravelbike en zet de tocht verder.
(Lees verder onder de foto’s)
Wanneer de bordjes gemengd zijn verteerd, merk ik op dat zowel het volume in de groep als onze gemiddelde snelheid stilaan dalen. De heimat van de Smugglers is Hamont-Achel, in het zanderige en biljartvlakke Noord-Limburg. Hier in Belgisch Luxemburg is het logischerwijs andere koek en de optelsom van hoogtemeters begint door te wegen. Zeker wanneer we richting het hoogste punt op de route klimmen – zo’n vijfhonderd meter boven zeeniveau – fixeren de blikken meer en meer op de Garmin- en Wahoo-schermpjes. Het aftellen is officieel begonnen: nog 36 kilometer tot we weer in Bertrix zijn. De lange, dalende lijn naar Neufchâteau montert het gezelschap gelukkig op. Vanuit het provinciestadje slingeren we weer over brede gravelpaden tussen akkers en weilanden naar de bossen ten noorden van Bertrix. Over de verharde wegen die we hier en daar voor de wielen gegooid krijgen, kan ik kort zijn. Meestal liggen die er zo verweerd bij, dat je blij bent om hier met een gravelbike te fietsen. Vaak bolt grind beter dan de straatbedekking die ze in de Ardennen ‘asfalt’ noemen. Op veel recuperatiemomenten hoeven we dus ook niet te rekenen. Het is en blijft stevig doorstampen tot het bittere eind!
(Lees verder onder de foto’s)
Met de finishlijn in zicht begint het te kriebelen om op de korte knikjes die ons nog resten alle laatste restjes jus uit de benen te persen. Hier en daar waag ik me aan nog een sprintje bergop, maar het verdict is onverbiddelijk: het vet is van de soep geschraapt. Een offroad afdaling in de laatste kilometer scheidt ons nog van een keizerlijke spurt naar de dorpel van het vakantiehuisje. Maar wanneer fotograaf Gert-Jan en Smuggler Bert vol enthousiasme naar beneden denderen en nog af te rekenen krijgen met een lekke band, dan besluiten we om toch maar rustig met z’n allen binnen te bollen. Deze aankomst zal nog eens aan de veiligheidsprotocollen van de UCI moeten worden afgetoetst. Soit: we laten het niet aan ons hart komen, want het was een dag om in te kaderen. De biertjes uit het welkomstpakketje dat we kregen van Ardennes étape zijn in geen tijd soldaat gemaakt en in de hot tub verzacht het warme water de stramme dijen. Belgisch Luxemburg: u was alweer geweldig!
Vanuit Bertrix pijlden de Smugglers ook een kortere route van 57 kilometer richting Bouillon voor ons uit. Daarin zitten iets meer verharde wegen, maar vergis je niet: met om en bij de 1000 hoogtemeters moet ook hier stevig geklommen worden!
De kortere route kan je downloaden via onze Komoot-account of via de Grinta!-RouteYou pagina
Dan kan ik je enkel aanraden om je als de bliksem in te schrijven voor Smugglers French Borders. Vanuit Herbeumont ben je dan vertrokken voor een tocht van zo’n 150 (of 110) kilometer in en rond de vallei van de Semois en de Franse grensstreek.
Check hier alle info over French Borders.
(Lees verder onder de foto)
Via Ardennes étape verbleven we in een modern ingerichte chalet middenin het bos, vlakbij het centrum van Bertrix. Het vakantiehuisje met drie kamers leende zich perfect voor onze olijke bende van acht fietsers en ligt op een terrein met meerdere, gloednieuwe chalets waar ook grotere of kleinere groepen terechtkunnen. Nadat we lijf en leden hadden afgepeigerd in de Ardense bossen, was de hot tub onderaan het terras ons favoriete plekje. Kortom: een aanrader!
Zin om hier zelf een weekendje te spenderen? Een verblijf kan vanaf € 840 per twee nachten voor een groep van zes tot acht personen.