Grit! Vlaanderens Mooiste

  • RVV Gravel-3
  • RVV Gravel-11
  • RVV Gravel-34
  • RVV Gravel-60
  • RVV Gravel-86
  • RVV Gravel-107
Afstand

98 kilometer

Offroad

48 %

Hoogtemeters

1230 meter

Moeilijkheidsgraad

Hoog

Routebouwer

Bart Vandermaelen

GPX-bestand Download GPX

Stap op een offroad rollercoaster in de Vlaamse Ardennen

In 2023 schotelen we jou in elke Grinta!-magazine – en uiteraard ook hier, op gritgravel.cc – een gravelbikevriendelijke versie van een wielerklassieker voor. Weg van de betonbanen en de lintbebouwing, maar wel nog steeds langs plaatsen die je wielerhart sneller doen slaan. En geef toe: hoe kunnen we die rubriek beter op gang trappen, dan met een offroad alternatief voor ons eigenste monument, de Ronde? Dit is onze versie van Vlaanderens Mooiste. 

Tekst: Bart Vandermaelen – Foto’s: Just Jean Media

Als man van de streek ben ik niet de meest objectieve bron, maar geloof me toch maar op mijn woord: de Vlaamse Ardennen zijn meer dan een Mekka voor koersliefhebbers. Ook gravelbikers kunnen hun hartje hier flink ophalen. Al geef ik toe dat je hier makkelijker goudschilfers kan delven in de leemgrond dan dat je gravel in de pure zin van het woord aantreft. Lange rechte ‘grindostrades’ zoals je die in de Kempen vindt, heb je hier niet. Maar laat dat de pret niet drukken, want wat de streek net zo heerlijk maakt, dat is de mengelmoes van kronkelende aardewegen, bospaden, karrensporen, betonbanen, singletracks en kinderkopjes. Kortom: een ideale speeltuin vol afwisseling. Perfect voor een fiets die gemaakt is om elk soort rit aan te kunnen en voor fietsers die niet vies zijn van een uitdaging.

(lees verder onder de foto)

Tussen de velden richting Koppenberg

Centrum ‘Ronde van Vlaanderen’ als uitvalsbasis

Een uitdaging, zo mag je deze net geen honderd kilometer lange tocht door de streek van Vlaanderens Mooiste wel noemen. Ongeveer de helft is onverhard en je krijgt een dikke 1200 hoogtemeters voorgeschoteld. Maar geen nood: de prachtige panorama’s, de rollercoaster van klimmen en dalen, de machtige beukenbossen bovenop de getuigenheuvels en het wielererfgoed dat haast achter elke bocht voor het rapen ligt, vullen je batterijen onderweg telkens weer een klein beetje bij.

(lees verder onder de foto)

Op de Taaienberg is er al een supporter op post!

Starten doen we – hoe kan het ook anders – in het Centrum Ronde van Vlaanderen. Voorlopig nog op de markt van Oudenaarde, maar binnen een vijftal jaar verhuist het museum naar de overkant van de Schelde. In de kerk van de voormalige cisterciënzerabdij Maagdendale moet het CRVV echt uitgroeien tot hét belevingscentrum van de koers in Vlaanderen. Alvast reden genoeg om te starten met een klein lusje langs de abdijkerk, waarvan de oudste delen dateren uit de dertiende eeuw.

(lees verder onder de foto)

Deze abdijkerk wordt binnen enkele jaren de nieuwe stek van het Centrum Ronde van Vlaanderen

Een ‘Wuytske’ doen

Hopelijk warmen jouw spieren snel op, want vanaf de oevers van de Schelde gaat het al meteen dwars door de akkers richting de eerste beproeving van de dag: de Koppenberg. Begin echter niet meteen te panikeren. De route beklimt de ‘bult van Melden’ langs landweggetjes op de noordelijke flank en die lopen wat gezapiger omhoog dan de beroemde kasseiweg. Het steilste stukje van de klim wacht op jou in het Koppenbergbos: de ronde balkjes zouden geen al te grote hindernis mogen vormen.

(lees verder onder de foto)

De kerk van Oudenaarde zal je pas over een kleine 100 kilometer terugzien

Langs een smalle singletrack daal je de zuidelijke flank van de berg weer af. Je fietst richting Nukerke en de eerste kasseien van de dag: de Mariaborrestraat en de Steenbeekdries. Maar vanaf de Stationsberg volgt een omwegje langs Etikhove, want ik wil je graag het Hollebeekpad leren kennen. Een in onbruik geraakte voetweg werd in 2018 verhard en is nu een prachtig kronkelend fietspaadje. Ideaal om de pedalen nog eens rustig te laten ronddraaien vooraleer je op de Taaienberg alle jus uit je dijen moet persen. Iedereen weet dat de helling met het kenmerkende gootje Tom Boonen op het lijf geschreven was. De ‘Bom van Balen’ kreeg hier onlangs dan ook het ultieme eerbetoon: een eigen standbeeld op de top. Geen saaie buste, maar een afgietsel van zijn benen. Doe gerust een ‘Michel Wuytske’ en pets eens op de ‘stronken’ van Tommeke! Dit is een ideale plek om even op adem te komen voor je richting het gehucht met de prachtige naam Louise-Marie trekt.

(lees verder onder de foto)

“Wat doet dieje naa?” dixit Tom Boonen na de handoplegging van Michel ergens in een troosteloze hotelkamer

Koers is religie

De naam van het dorp Louise-Marie verwijst naar de eerste koningin der Belgen, die in 1850 overleed. Exact op de dag dat de eerste steen van de parochiekerk werd gelegd. Je snuffelt hier even aan het prachtige Muziekbos en kan makkelijk een groot deel van de route afsnijden wanneer je nu al voelt dat het meeste vet van de soep is geschraapt. Doe je dat niet, dan blijf je nog een tijdje draaien en keren op het grondgebied van Maarkedal.

(lees verder onder de foto)

Geloof het of niet, maar dit is een zitbank – Je komt ze tegen op weg naar Louise-Marie

Het kaarsrecht grindpad in het kleine Bos ter Rijst is een momentje om even door te knallen en vlak erna kan je genieten van een mooi opgeknapt uitkijkpunt over de glooiende akkers en oude windmolens van Maarkedal. Ook niet te missen: de afdaling richting Schorisse met een passage aan een kapel die gewijd is aan de winnaars van de Ronde van Vlaanderen. De koers is hier weldegelijk religie! Al worden er om één of andere reden sinds de winst van Cancellara in 2010 geen namen meer in de granieten wand gebeiteld.

(lees verder onder de foto)

De ‘Ronde van Vlaanderen’-kapel heeft nood aan een update

Iets later staat een flink stuk van de Haaghoek op het menu. Je fietst nu in Brakel, maar ook hier zit recupereren er niet meteen in. Integendeel: vanuit het dorpje Zegelsem loopt de route in een vrij rechte lijn richting Opbrakel én een pittig offroad tweeluik, pal op de taalgrens: de klim in het Livierenbos en vlak erna ook het Brakelbos. In beide kathedralen van de natuur fiets je telkens op een brede, oplopende bosdreef, omgeven door mastodonten van beukenbomen. Kom je hier in april gravelen, dan is de kans groot dat je paarse bloementapijtjes van boshyacinten aantreft. Net als in het Hallerbos dus, maar veel minder druk.

(lees verder onder de foto)

Op de kaarsrechte weg door het Livierenbos kan je de benen eens stevig testen

Even langs de nooduitgang

In D’hoppe, een gehuchtje bovenop de Pottelberg aan de rand van het Brakelbos, zijn de terrasjes aanlokkelijk. Al stel je alcoholische dranken beter uit tot na de rit, want er volgt een wat technische afdaling over een kapotgereden bospad dat er vaak modderig bijligt. Kleine tip: links op de berm fietst het een heel stuk makkelijker! Om opnieuw wat zuurstof in je benen te pompen, blijf je eventjes op de RAVeL van het Pays des Collines. De oude spoorweglijn van Lessines naar Ronse maakte plaats voor een vlak fietspad dat ik ook weleens ‘de nooduitgang’ noem. Wanneer ik in de streek fiets en het wordt zwart voor mijn ogen, dan probeer ik zo snel mogelijk op dit fietspad te geraken en zo wat hoogtemeters uit te sparen op de terugweg naar huis. Vandaag doet de RAVeL echter het omgekeerde: hij brengt je naar nog meer hoogtemeters in en rond Ronse.

(lees verder onde de foto)

Gas geven: de terrasjes in D’Hoppe lonken!

De beklimming van de Kanarieberg is een volgend ankerpunt op de route, weliswaar via een ruw grindpad dat parallel loopt met de steile asfaltweg. Boven kom je uit in het reliëfrijke Muziekbos. Dat is alweer zo’n typisch beukenbos dat als een adelaarsnest op één van de getuigenheuvels in de streek ligt en uitkijkt over de wijde omgeving. De Geuzentoren die je er voorbijfietst werd midden de 19e eeuw zelfs om die reden gebouwd. Het woud zag er toen helemaal anders uit en de bomen waren nog een stuk lager waardoor je vanop deze toeristische trekpleister ‘avant la lettre’ een adembenemend panorama moet hebben gehad. Wist je zelfs dat de naam ‘Vlaamse Ardennen’ in 1888 exact op deze plek werd bedacht door schrijvers Pol De Mont en Omer Wattez? Quizzers weten wat gedaan: notablokje nemen en noteren!

(lees verder onder de foto)

Op deze sprookjesachtige toren vloeide de naam ‘Vlaamse Ardennen’ uit een stel romantische geesten

Sadomasochisme op twee wielen

Ronse heeft een rijk textielverleden. Maar wanneer je even door de buitenwijken van het stadje fietst, blijkt dat er veel vergane glorie is. Koersliefhebbers zullen weten dat ook het peloton tijdens de Ronde van Vlaanderen door deze straten naar de voet van de Oude Kruisberg stormt. En ook jij zal uiteindelijk de top van de Kruisberg én de Hotondberg – het hoogste punt van de provincie Oost-Vlaanderen – bereiken. Al loopt deze klim over singletracks en steile weggetjes die uitkijken over de stad. Wanneer het straatnaambordje ‘Fiertelmeers’ opdoemt, weten kenners van de streek hoe laat het is: tijd voor een paar minuutjes sadomasochisme op twee wielen. De weg loopt hier aan zo’n zeventien procent omhoog en ook tijdens de laatste offroad hectometers in het Scherpenbergbos voelt het alsof iemand je beenspieren met een hogedrukreiniger te lijf gaat. De witte molen van Sporthotel Hotond is na deze calvarietocht een baken van al wat goed en mooi is. Hallelujah, je bent er!

(lees verder onder de foto)

Je verlaat het Muziekbos langs een prachtige holle weg

Karma is een bitch

Nood aan goed nieuws? Dat heb ik voor jou! Na deze beklimming volgt nog één lastige hindernis vooraleer je aan de biljartvlakke finale langs de Schelde kan beginnen: de Oude Kwaremont. Voor het zover is, mag je eerst nog even de Paterberg afdalen. Wie dit met een racefiets zou doen, heeft nood aan een ouderwetse lobotomie. Maar met een gravelbike de kasseien naar beneden knallen, is echt wel kicken! Let evenwel op voor de wielertoeristen die zwalpend naar boven klauteren en geniet van de afgunst in hun holle blikken wanneer je hen voorbijraast. Al kan teveel leedvermaak je duur komen te staan, want enkele kilometers later is het opnieuw jouw beurt. De Oude Kwaremont wacht en karma is voor zover ik weet nog steeds een bitch zonder medelijden. Boven is een passage langs het monument voor Karel Van Wijnendaele, de stichter van De Ronde, een laatste verplicht nummertje. Nu duik je nog eventjes het Kluisbos in en kan je eindelijk de laatste afdaling richting Scheldevallei inzetten.

(lees verder onder de foto)

Downhill op de Paterberg: vingers losjes op de remgrepen en laat de zwaartekracht z’n werk maar doen

De laatste rechte lijn

Net als de wielerhelden tijdens de Ronde fiets je vanuit Berchem in rechte lijn naar Oudenaarde. Al volgt de route uiteraard niet de drukke Kortrijkstraat, maar het jaagpad langs de Schelde. Heb je nog wat in de tank zitten? Kies dan voor de singletrack die naast het geasfalteerde fietspad loopt en die na een paar kilometers uitmondt in een mooi gravelpad dat rond de terreinen van de ‘Royal Golf Club’ in Oudenaarde loopt. Als allerlaatste uitsmijter krijg je nog een lusje rond het Donkmeer voor de wielen geschoven. Kwestie van je tanden nog één keer in het grind te zetten vooraleer je ongetwijfeld moe maar voldaan een Kwaremont bestelt in het Peloton Café van het Centrum Ronde van Vlaanderen. Santé! Deze heb je dubbel en dik verdiend 😉

(lees verder onder de foto’s)

Pssst: het is niet verboden om gewoon op het jaagpad te fietsen als je beste pijlen verschoten zijn 😉

 

Zin in een XL-versie?

Voor de echte bikkels is er ook een langere variant van 140 kilometer die je vanuit Brakel ook nog richting de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg brengt. Een ideaal uitje voor een lange zomerdag met veel daglicht!

Ook de route van ‘Grit! Vlaanderens Mooiste XL’ vind je gratis terug op onze Komoot-account.

Disclaimer

De route werd uitgestippeld en verkend tijdens de wintermaanden. Het is dus mogelijk om ze het hele jaar door te fietsen, al valt een volledig moddervrij parcours in de ‘Vlaamse klei’ nooit te garanderen. Ik raad je daarom sowieso aan om deze offroadvariant van de Ronde van Vlaanderen te fietsen tijdens een wat drogere periode en niet nadat het een paar weken lang onophoudelijk heeft geregend. Het parcours wordt echter nooit echt technisch. Je gravelbike is en blijft dus het geknipte vehikel om de mix aan ondergronden het best te verteren.

Kaart

" width="100%" height="680" frameborder="0" scrolling="no">