GRIT! Zeeuws-Vlaanderen (i.s.m. Van’t Pad Af)

  • 02
  • 03
  • 20
  • 25
  • 30
  • 31
Afstand

124 kilometer

Offroad

50 %

Hoogtemeters

120 meter

Moeilijkheidsgraad

Laag

Routebouwer

Hendrik Dhondt & Bart van den Dries

GPX-bestand Download GPX

Zoeven door Zeeuws-Vlaanderen

In het stukje Nederland onder de Westerschelde –door de noorderburen worden hun inwoners daar half-Belgen genoemd- liggen naast enkele kasseistroken ook heerlijke gravelstroken. Bart woont bij Brugge maar is op zijn beurt dan weer een halve Zeeuw, hij weet er elk steentje liggen. Net als zijn compagnon Hendrik, die de stroken aan elkaar knoopte zonder -om maar iets te zeggen- het Zwin aan te doen. Deze route deed dienst tijdens het gravelevent Van ’t Pad Af. Omdat het traject elk jaar herbekeken wordt, dopen we de 2025 editie om tot Grit! Zeeuws -Vlaanderen. Bart en ik trokken samen op verkenning.

Tekst & Foto’s: Steven Verniers – Route: Hendrik Dhondt / Bart van den Dries

Grit! Zeeuws-Vlaanderen is dus gebaseerd op de graveltocht ‘Van ’t Pad Af’, een organisatie van De Mekanieker. Dat is een fietsenzaak bij de grenspaal in Eede. Het officiële startpunt is dus letterlijk op de grens tussen België en Nederland gelegen. Tijdens de tocht zelf ga je slechts heel kort (bij de start en vlak voor het einde) over de ‘schreve’. De rest van de tijd fiets je op het Nederlands grondgebied van Zeeuws-Vlaanderen. Starten kan dus hier, er is een parking aanwezig, of waar voor jou handig is langs de route. “Voor de flow van de route is het in elk geval een goed idee hier te starten”, voegt Bart nog toe.

(Lees verder onder de foto’s)

Van bij de start gaat het meteen een aardewegel in die ons tot bij de ‘Blinker’ brengt. In het Meetjesland heb je de Blinker en de Stinker. Het zijn twee kanalen die vanaf Eede broederlijk naast elkaar richting Heist-aan-Zee lopen. Ten oosten van Eede gaan ze uit elkaar. Op de ‘Blinker’ is scheepvaart verboden, op de ‘Stinker’… niet. We fietsen slechts enkele meters op het jaagpad langs de ‘Blinker’, want daarna start de eerste echte gravelstrook. We rijden er ook Nederland in, om daar de rest van de dag te blijven. Na die eerste strook komt al snel de langste onafgebroken asfaltstrook. Ze brengt ons naar de Oude Kerkweg van Sint-Kruis, een kasseistrook waar de middenstrook altijd groen ziet. We kronkelen hier rond het Groote Gat (voor de duidelijkheid, dat is één van de kreken die de regio rijk is).

Vanaf de Dwarsweg even verderop begint de gravelhemel van Zeeuws-Vlaanderen. Onverharde stroken met -ga het zien om het te geloven- fantastische gravel volgen elkaar in snel tempo op. Meer nog, ze worden ook onderhouden. Tijdens onze passage zien we meermaals grote bergen grind liggen, klaar om de gravelpaden te voorzien van een nieuwe laag. Bij de Linieput banen we ons een weg door de enige patattenwegel van de route, die vervolgens in het wildeweg overgaat in hemelse gravel: de Wildeweg. Kilometers lang zoef je over goed bollende grindwegen, tot je Goedleven bereikt. Ondertussen zie je links de watertoren van Oostburg kilometers lang boven de horizon pronken.

Een heel kort stukje asfalt brengt ons even terug in België en vervolgens richting Ijzendijke. Nederlanders kunnen zo geweldig duidelijk zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de Kasseiweg, die zijn naam alle eer aandoet. En even verder, Petit Paris zoals dat daar gedoopt werd, staat er zelfs een miniatuur Eifeltoren. Via Scherpenheuvel en Nummer Eén, gaat het richting Baarzandse Kreek. In de Schoondijkseweg passeren we een stokoud klompenatelier, het moge duidelijk zijn dat het hier niet allemaal halve Belgen zijn. Als je tijd hebt kan je trouwens even binnen wandelen, zo kan je meteen zien hoe ze gemaakt worden. Na de klompen bevat de route een kort lusje richting Boerenhol -we verzinnen het niet- dat zeker de moeite loont om de twee lange gravelstroken die erin zitten. Voor of na dat lusje is Groede een perfect plek voor een koffiestop. Er is een gezellig centrum, en zelfs een proefbrouwerij voor wie niet aan de koffie wil. De koffie bij Fonteyn is van De Witte Zwaan, de brouwerij uit Eeklo waar Bert De Backer vriend aan huis is.

(Lees verder onder de foto’s)

Helemaal opgeknapt fietsen we meteen richting Waterdunen, een natuurpark waar het ook mooi wandelen is, om daar op een grindweg (en op hoogte) langs en door de duinen te cruisen. Zeeuws-Vlaanderen is ook zee en strandpaviljoenen. Via Nieuwvliet en de nog werkende windmolen (eveneens te bezoeken) en Retranchement (hier kan je ook op terras) gravelen we rustig verder. Van veldwegels op aardekluiten is al lang geen sprake meer, de ene na de andere pure gravelstrook wordt voor de wielen geschoven terwijl je Sluis passeert. Ook hier kan je een ommetje maken, je passeert op een steenworp van het centrum. Misschien kan een Jantje van Sluis, het lokale biertje, je terug op krachten laten komen voor het slot van de route?

Na Sluis fiets je langs het Uitbreidingskanaal en twee idyllische bruggetjes richting een korte single track. Ondertussen bevinden we ons aan de andere kant van Oostburg, en opnieuw is de watertoren het oriënteringspunt. Nergens had ik het gevoel dat de onverharde stroken op zich laten wachten. Bij Aardenburg verandert plots de ondergrond, voor het eerst gaan we door een klein bosje over een dreef. Kort nadien volgt ook een park. De grens komt weer akelig dichtbij wanneer je Middelburg bereikt. Om te finishen gaan we er zelfs even over om met een wel erg langgerekte trage weg, met veel haakse bochten en over grind, tot bij het beginpunt te komen. 125 kilometer zitten in de benen. De verhouding asfalt / onverhard is ongeveer 50 / 50, al zal je bij aankomst vooral het gevoel hebben dat je erg veel over pure gravel hebt gereden. Ongetwijfeld heb je ook het gevoel een ganse dag tegenwind gehad te hebben. Dat is in deze streek namelijk altijd het geval.  In het Zeeuws kan je afsluiten met: “’t Is wè zun’n dag!”. Vrij vertaald: Wat een dag!

Als je deze gereden hebt, heb je vast ook interesse in de volgende editie van Van ’t Pad Af.
Die gaat in 2026 door op Pinkstermaandag.

 

Kaart