Velen kopen een gravelbike, maar slechts weinigen benutten alle mogelijkheden, zoals bandruimte tot een halve decimeter, talrijke bevestigingspunten voor tassen en rekjes, of zelfs vering. Niets van dat alles bij deze Rave SLR. Geen nokjes voor fietstassen maar wel een frame van net geen kilo en een vork van 415 gram. De Italianen verbloemen die cijfers duidelijk niet, want de complete fiets weegt 7,9 kilogram. Daar kunnen veel echte racefietsen een puntje aan zuigen.
Wilier plaatst deze Rave SLR niet alleen in het gravelhokje, maar positioneert hem ook als ‘allroad’ racefiets, maar dan krijg je hem met andere onderdelen, zoals een echte racegroepset, koersbanden van 32 mm breed en een andere carbon cockpit, namelijk de lichtere Zero Bar Integrated Carbon in de plaats van de kenmerkende J-Bar Carbon. Die heeft namelijk een geïntegreerde stuurpen in V-vorm. Bovendien heeft die een hoek van 0 graden, waardoor je stuur recht op de vorkbuis staat en hoger komt dan met de andere cockpit. Zelfs met dat stuur dat wat hoger komt, zit je bijlange na nog niet rechtop zoals bij enkele van de meer op comfort en controle gerichte gravelbikes. Dat zorgt ervoor dat je deze Rave SLR zeker kan inzetten voor een dubbel gebruik als race- en gravelfiets. De installatie van de cockpit en de puzzelspacers verliep trouwens voortreffelijk, maar om het zadel vast te zetten, moesten we toch wat meer geduld tonen, vanwege het gefriemel met de zadelpenkop.
Ontstaan uit de racefietsen
De Rave volgt duidelijk de lijn die Wilier met de Filante en Zero SLR heeft uitgezet. Zo moet hetzelfde visco-elastisch materiaal in het carbon voor wat trillingsdemping zorgen en is de zadelpenklem op dezelfde manier geïntegreerd als bij de Zero, met dezelfde opvallende bobbel als resultaat. De Rave is iets minder aerodynamisch dan de Filante maar snijdt wel sneller door de wind dan de Zero, ideaal voor wie ook op de gravelbike graag een wedstrijdnummer opspeldt. Onder meer dankzij het speciale stuur zal je nog eens opvallen ook.
Op het terrein bevestigt de Rave SLR zijn status als racegerichte gravelbike. Rechtdoor speert hij meteen weg en in het bochtenwerk schiet hij spichtig van links naar rechts. Die vinnigheid in zowel het aanzetten als het sturen maakt er een goede fiets voor het snelle werk van. We genoten van zijn prestaties op het onverharde en konden minstens zo erg de snelheid op het asfalt appreciëren. Zijn karakter als wedstrijdfiets komt daarbij duidelijk tot uiting en een gebrek aan stijfheid zal je niet ervaren.
Uiteraard betekent dat scherp rijgedrag dat je niet kan rekenen op pluchezacht comfort. Wie met gestrekte armen en plomp in het zadel over stenen en boomwortels rijdt, zal de klappen voelen. Deze Wilier vraagt – passend in het thema van de racegerichte gravelbike – om een actieve rijhouding, waarbij je dankzij het lage gewicht gemakkelijk je fiets licht kan maken om over obstakels te zweven. Heb je toch eens een wortel gemist, dan ga je die wel voelen, maar onder meer de zadelpen helpt wel bij het opvangen van schokken. Bovendien kunnen we het Prologo Dimension-zadel wel smaken.
Extra comfort kan je natuurlijk altijd uit de banden halen. Wat breder rubber op lagere druk en je krijgt normaal meer grip, controle en demping, maar we merkten dat we niet veel ruimte op overschot hadden tussen de achtervork. Dat komt omdat de Vittoria’s wat breder uitvallen dan de geafficheerde 38 mm. Zelf raadt Wilier voor de Rave SLR een maximale bandbreedte van 42 mm aan. In natte omstandigheden ontdekten we al snel de grenzen van de Vittoria Terreno Dry, wat vanzelfsprekend een band voor lichte offroadomstandigheden is. Ook op asfalt doet de lichtlopende band met lage zijnoppen het goed. Voor wat extra grip kan je best een agressievere voorband monteren. De voorvork biedt nog heel wat plek, dus zelfs met hoge noppen maak je daar geen kans op lelijke schuurplekken.
‘Instapmodelletje’
Geloof het of niet, maar met 8300 euro is onze testfiets de meest betaalbare uitvoering van de Rave SLR. Dan krijg je wel de uitstekende Campagnolo Ekar 1×13-groep en Shamal Carbon-wielen. We kunnen bevestigen: over de afmontage geen klachten. Die 13 versnellingen achteraan bleken perfect afgesteld om enerzijds een voldoende ruim bereik te hebben – we konden met andere woorden zowel hoge snelheden comfortabel ronddraaien als steile hellingen met een voldoende licht verzet beklimmen – en anderzijds geen vervelende gaten tussen de verschillende verzetten te hebben.
Een andere vraag waarmee we zaten: schakelt dat wel voldoende accuraat en blijft dat ook zo op de lange termijn? Met die schakelprecisie zit het echt wel goed. Dankzij de opschakelhendel kan je probleemloos één of meerdere tandjes opschakelen zonder dat de ketting vastloopt, terwijl het lepeltje aan de binnenkant van de remhendel wat groter is geworden, zodat we nu vanuit elke mogelijke handpositie kunnen afschakelen. Dat is zeker handig op een gravelbike, waar je in een technische afdaling al eens de handen vol kan hebben. Onze testfietsen kunnen we zelden lang genoeg bijhouden om de duurzaamheid op de lange termijn te testen, maar we kennen intussen een aantal mensen die al sinds de introductie met de gravelgroep van Campagnolo aan het rijden zijn en zij blijken stuk voor stuk nog altijd enthousiast. Altijd komt naast het schakelen ook de kwaliteit van de schijfremmen ter sprake. Die doen het echt goed en zijn een voorbeeld voor de concurrentie.
Veel fietsen met Ekar zijn ook uitgerust met de nieuwe Shamal Carbon-wielen, die dankzij hun interne velgbreedte van 21 mm ook voor gravel kunnen dienstdoen. Zelfs toen we met een te slappe band op pad waren en meer dan ons lief was de velg tegen boomwortels en stenen voelden tikken, konden we daar nadien niets van merken. De Italianen zijn sterk in wielbouw en dat blijkt hier opnieuw. Daarna hebben we de Rave ook met de FFWD Drift-gravelwielen getest, zoals je kan zien op de foto’s, en ook die bevestigden het rijgedrag van de Rave.
Conclusie
Als je de luxe hebt om de prijs even buiten beschouwing te kunnen laten, dan zet Wilier met de Rave SLR een voorbeeldige versie van een snelle gravelbike neer. Alleen jammer dat de concurrentie intussen heeft aangetoond dat licht en snel ook te combineren valt met meer bandruimte, want de 42 mm die we hier als maximum krijgen, kan in sommige gevallen wat krap zijn. Wie echter voor zichzelf al heeft uitgemaakt dat breder niet nodig is, zal niet ontgoocheld zijn van het directe karakter van de Rave. De looks en de stijfheid passen bij het lage gewicht, terwijl Campagnolo’s Ekar-groep eveneens een knappe bijdrage levert.