Wat is GRX?
Shimano was de eerste om gravel te gaan ‘claimen’ met de lancering van zijn gravelplatform GRX. GRX is niet één onderdelengroep maar een verzamelnaam waaronder eigenlijk drie groepsets vallen: RX810, RX600 en RX400. Kort door de bocht komen de drie series qua prijskwaliteit overéén met respectievelijk Shimano Ultegra, 105 en Tiagra.
Van links naar rechts: RX400, RX600 en RX810
Crankstel
Bij de GRX-cranks staat de ketting altijd 2,5 mm verder naar buiten zodat er meer ruimte ontstaat voor een bredere achterband. Wil je een crankstel met een enkel kettingblad? Dan kom je sowieso bij een 11-speed versie terecht, maar je hebt wel de keuze uit 42 of 40 tanden. Het dubbele RX810-crankstel heeft 48/31 kettingbladen, het RX600-crankstel is er met 46/30 vertanding en bestaat in een 11-speed en een 10-speed versie. Handig aan het RX810-crankstel is dat je de cranks van enkel naar dubbel blad kunt ombouwen. De cranklengtes voor het RX810-crankstel zijn 170, 172.5 en 175 mm. De RX600-crankstellen zijn er ook in 165 mm lengte.
Voorderailleur
Met kettingbladen die 2,5 mm verder naar buiten staan, spreekt het voor zich dat ook de GRX-voorderailleurs moeten volgen. Binnen de RX810-reeks heb je de keuze uit een Di2-derailleur en een mechanische voorderailleur. Beiden zijn ontworpen om het verschil van 17 tanden tussen de 48/31 kettingbladen van het RX810-crankstel op te vangen. De RX400-derailleur is de enige voorderailleur die past bij een 10-speed RX600-crankstel. Zoals gezegd: RX600-derailleurs zijn er niet.
Achterderailleur
GRX-achterderailleurs maken gebruik van de Shadow RD+ technologie. Die introceerde Shimano eerst in zijn MTB-achterderailleurs en daarna volgde de Ultegra RX-achterderailleur. Via een hendeltje kan je de derailleurkooi vastzetten en voorkom je een ketting die op hobbelig terrein tegen je achterbrug klappert. Op RX810-niveau zijn er vier achterderailleurs: met lange en korte derailleurkooi voor zowel elektronisch als mechanisch schakelen.
De derailleurs met korte kooi kunnen 2x of 1x cassettes tot 11-34 aan, wie een 11-40 of 11-42 cassette wil gebruiken, heeft een achterderailleur met lange kooi nodig. Op RX400-niveau (10-speed) is er logischerwijs omwille van de prijs enkel een mechanische derailleur. Deze kan een 10-speed 11-32 of 11-36 cassette aan, in combinatie met het 46/30 crankstel.
Rem- en schakelgrepen
Blijven we nog even op RX400-niveau, dan heb je een specifieke set shifters en een stel RX400-remklauwen om de groep af te ronden. Deze shifters zien er vrij klassiek uit en ze hebben geen aangepaste hendel met een hoger draaipunt. Dat is bij de Di2- én mechanische RX810-shifters wel het geval. Het grote voordeel van het 18 millimeter hoger geplaatste draaipunt is dat je minder hard in de remhendel moet knijpen om evenveel of zelfs meer remkracht te genereren. De remgreeprubbers kregen een zwaarder profiel zodat ze meer grip bieden als je offroad rijdt. Kies je voor Di2 in combinatie met een 1x aandrijving, dan heb je geen linker remgreep zonder elektronische bedieningsknoppen. Kies je voor een 1x aandrijving en schakel je de achterderailleur mechanisch, dan kan je de linker shifter eventueel koppelen aan je dropper post. Rij je 11-speed zonder voorderailleur en heb je geen dropper post, dan is er ook een ‘lege’ linker shifter die ontdaan is van alle schakelapparatuur.
Wielen
Naast de groepsets heeft Shimano ook een specifieke GRX-wielset uitgebracht. De WH-RX570 heb je zowel in 700c als 650b. Beide wielsets zijn er enkel in non-Boost naafbreedte, hebben asymmetrische velgen die aan de binnenkant 21,6 mm breed zijn (vergelijkbaar met MTB-velgen dus) met een velghoogte van 22 mm. De wielen horen met 12 millimeter steekassen in het frame geklemd te worden, zijn tubeless ready en de remschijven worden met CenterLock gemonteerd.
Hoe rijdt dat?
De GRX-onderdelenmix waarmee wij gedurende enkele maanden aan de slag mochten, was een mechanische RX810 met dubbel 48/31 crankstel en een 11-34 cassette. We lieten de 11-speed groepset slijk vreten tijdens het kletsnatte vroege voorjaar en enkele maanden later ook stof happen op kurkdroge, zomerse trails. Van de perfecte gravelpaden, over hobbelige boerenwegels tot singletracks in het bos: de onderdelen blinken uit in betrouwbaarheid en lieten ons nergens in de steek.
Alles onder controle
Je krijgt geen tweede kans om een eerste indruk te maken en dat hebben ze bij Shimano goed begrepen. Al bij de eerste aanraking van de RX810-shifters voel je dat die gewoon goed zitten. Zeker in combinatie met een stuurbocht die wat naar buiten kromt. Met je handen bovenop de shifters heb je een stuk meer controle over de remmen dan bij andere rem- en schakelgrepen. En dat is op offroad stroken een zaligheid. Die extra controle komt enerzijds voort uit de afgeplatte vorm van de remhendels, die voor een groter contactvlak met je vingers zorgt. Anderzijds maakt ook het draaipunt van de hendels, dat 18 mm hoger zit dan bij andere Shimano-shifters, het makkelijker om met iets minder inspanning toch krachtig en goed gedoseerd te remmen. De rubbers van de remgrepen zijn afgewerkt met uit de kluiten gewassen ribbels. De extra grip die dat profiel biedt, is fijn wanneer het er allemaal wat ruiger aan toe gaat.
Geen geklapper
Ook aan de achterderailleur hebben we plezier beleefd. De ketting wordt door de strakke veer al stevig op haar plaats gehouden. Maar door de Shadow RD+ hendel aan de derailleur naar omhoog te klikken, zet je het hele zaakje pas echt goed onder spanning. Het klapperen van de ketting op oneffen terrein wordt zo tot een minimum herleid. Schakelen gaat vlot en altijd accuraat, ook vooraan. Een sprong van zeventien tanden maken, van een 48- naar een 31-tandwiel of omgekeerd, vergt het uiterste van een voorderailleur. Maar de FD-RX810 kwijt zich moeiteloos van zijn taak.
De juiste cadans
Een moeilijke keuze die zich opdringt als je een gravelbike koopt, is die tussen een single of dubbel crankstel. Wat de vertandingen betreft, bood de combinatie van het 48/31-crankstel met de 11-speed cassette (11-34) op onze testfiets iets meer spreiding dan je bij een 1x aandrijving zou hebben. Ook zijn de sprongen tussen de versnellingen kleiner. Het is dus makkelijker om de goeie cadans te vinden. Dat is vooral handig als je met je gravelfiets ook vaak op verharde wegen (en dus aan een hogere snelheid) rijdt. Fiets je vooral offroad en zoek je daarbij geen al te steile geitenpaden op, dan valt er voor een single crankstel wel wat te zeggen.
Pro’s en contra’s
Dankzij het uitgebreide GRX-platform kan je naar hartelust onderdelen uit de diverse groepsets met elkaar combineren; je kan mechanisch of elektronisch schakelen, kiezen voor een enkel of dubbel kettingblad, tien of elf kransjes op je cassette, … Nadeel van het GRX-platform: je hebt eigenlijk zoveel keuze dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Bovendien is geen van de drie groepsets ook echt compleet. Zo zijn er geen specifieke GRX-kettingen, -cassettes en -remschijven. Shimano adviseert om daarvoor in zijn race- of MTB-gamma te shoppen. Er bestaan bijvoorbeeld ook geen RX600-derailleurs of een RX400-crankstel. De RX810-reeks is met eigen shifters, remklauwen, crankstel en derailleurs de meest complete. Het is ook in de RX810-serie dat je de keuze hebt tussen Di2 of mechanisch geschakelde derailleurs.
Conclusie
Gravelrijden: kan dat ook niet gewoon met Shimano 105 of Ultegra op je fiets? Waren specifieke gravelonderdelen echt iets waarop we zaten te wachten? Worden we allemaal in het ootje genomen door slimme marketeers? Feit is: gravelbikes zijn allrounders waarmee je in Vlaanderen en Nederland quasi overal perfect uit de voeten kan. En dus is ook een groepset die is aangepast aan de veelzijdigheid van deze fietsen, echt niet zo’n gek idee. De specifieke vertandingen, robuuste derailleurs en slim ontworpen shifters zijn echt wel een meerwaarde tijdens je offroad avonturen. Thumbs up voor GRX.
Meer info: gravel.shimano.com