De gravelrit ‘Dwars door het Hageland Gravel’ is een event uit de Yuzzu Gravel Series. De Belgische marktleider in directe verzekeringen Yuzzu organiseert in samenwerking met Golazo vier gravelevents doorheen het land. In april was er de Pajot Gravel in Dilbeek, later dit jaar volgt nog de Houffa Gravel en de Nationaal Park Gravel in Maasmechelen. Per event krijg je de keuze uit drie verschillende afstanden met een zo groot mogelijk percentage aan gravelwegen. De tocht is volledig uitgepijld en dankzij routepartner Komoot kan je ook de gpx-file van de tocht downloaden en zo op gps rijden.
In het spoor van de profs
Daags voordien zag ik, vanuit het gemak van mijn luie zetel, een hoop afgepeigerde profrenners zich doorheen de zandbak van het Hageland ploeteren om uiteindelijk te sterven op de Citadel van Diest. De profwedstrijd blaast dit jaar reeds twintig kaarsjes uit en heeft zijn plaats op de wielerkalender met trots ingenomen. Het parcours van de profs wordt tijdens de recreatieve graveltocht verder aangevuld met typische Hagelandse gravelstroken.
Die beelden van renners die behoorlijk diep gingen, spoken nog steeds door mijn hoofd. En boezemen weinig vertrouwen in. Een moeizaam herstel van een kwalijk beestje waarvoor virologen doodsbedreigingen krijgen, maakt dat ik me nog niet klaar voel voor de grote afstand van 135 kilometer. Die 105 kilometer zullen er sowieso stevig genoeg inhakken.
Vlot van start
Het is nog behoorlijk rustig aan de start. QR-code laten scannen, nummer aan het stuur monteren, een praatje met een bevriende fotograaf en ik kan op pad. We draaien en keren om het centrum van Diest te verlaten en zetten koers richting Bekkevoort. De beentjes voelen – voorlopig althans – goed aan. In het bos is het nog lekker koel, de paadjes doorheen de velden liggen kurkdroog en zanderig, het is bijwijlen balanceren in het losse zand om toch vaart te blijven maken. We rijgen dreven, veldwegels en bospaadjes aan elkaar, gaan de E314 over, spelen rond de visvijvers aan Bleuken en stoeien rond de Tomberg. Via Hellekens en de Vlooybergstraat klimmen we naar de Vlooybergtoren.
Gelegen op een van de hoogst gelegen locaties van het Hageland (ongeveer 80 meter hoog) staat deze zwevende trap, gemaakt uit roestvrij corstenstaal. De toren werd vooral bekend dankzij de serie ‘Callboys’, maar ook in ‘DNA Nys’, de serie over Sven en Thibaut Nys dook de elf meter hoge toren regelmatig als decor op. Ik loop de trappen op om even van het uitzicht te genieten. In Tielt-Winge wacht de eerste bevoorrading. Buffet, is eigenlijk meer geschikt voor het ruime aanbod aan voeding, fruit, koekjes, cake, sportdrank… Er zijn toiletten en een fietsmecanicien die je bij pech verder op pad helpt. Voorlopig gaat alles bijzonder vlot. Kan ik dit tempo aanhouden dan zal ik pakweg vier uur nodig hebben om die 100 kilometer te verteren. Ik kan je helaas nu al meegeven dat dat niet het geval zal zijn.
Van bos naar bos
Het Walenbos is met 500 hectare een van de belangrijkste natuurgebieden van het Hageland en een van de grootste elzenbroekbossen van Vlaanderen. We scheren langs de bovenkant van het bos om via Kortrijk-Dutsel dwars door het Chartreuzenbos te rijden. Holle wegen, een grillig landschap, prachtige vergezichten, het is goed toeven in het bos. In Holsbeek volgt een heerlijke passage doorheen het Dunbergbroek.
Het gaat op en af, het wordt nergens heel erg steil maar de hoogtemeters tikken toch vrolijk aan. Na Holsbeek vlakt het parcours een beetje uit. Bij Canyon is opnieuw een bevoorrading opgetrokken. Eten en drinken, bussen vullen maar ook even kijken naar de toch wel erg knappe Canyon-fietsen die hier staan opgesteld. We rijden langs een muur van fietsdozen doorheen het servicecenter en vatten vol goede moed de terugweg aan. Nog steeds op schema om binnen de vier uur terug in Diest te staan.
Lusje Langdorp
“De Beninksberg is een van de mooiste voorbeelden van de voor het Hageland typische ijzerzandsteenheuvels”, zo leert Natuurpunt me. De Beninksberg steekt vijftig meter boven de omgeving uit. En ja, dat merk je. Via het Mostingbos en Tienbunderbos slingert het parkoers zich een weg naar Langdorp, waar de volgende bevoorrading wacht. In tegenstelling tot de vorige twee bevoorradingen neem ik hier wat langer de tijd. Ik verfris hoofd, armen en benen met koud water, vul mijn drinkbussen met koel water, neem tijd om te eten en te drinken.
De gps zegt dat er 68 droge gravelkilometers achter de rug zijn. De kaart aan de bevoorrading toont dat we een lange lus rond Langdorp zullen maken om terug op dezelfde bevoorrading uit te komen. Toevallig was ik hier een paar weken eerder nog met de mountainbike. Ik ken de streek en de paadjes dus behoorlijk goed en weet dan ook dat de aanloop redelijk vlak is en het zwaartepunt van die Langdorp-lus zich naar het einde toe bevindt. Het is bos, bos en meer bos. Het is klimmen en dalen, heerlijk biken. Ik loop vijf kilometer achter op mijn ‘vier-uur-schema’. Niet erg, ik ben zonder verwachtingen vertrokken, het is geen wedstrijd, ik ben hier om te genieten en vijf kilometer is nu ook weer niet zo enorm veel achterstand.
Poggio en Citadel
Na de Langdorp-lus wordt het toch echt wel warm. In de klim naar de Konijnenberg krijg ik een eerste keer krampen. Een klein verzetje zoeken en rustig verder peddelen, gonst als een mantra door mijn hoofd. Het vervolg is kilometerslang stof happen op een kurkdroog pad langs de Demer. Ik voel de energie zo uit mijn lichaam lopen. Het water in mijn drinkbussen is warm, dat smaakt naar niets meer. De klim richting Zichem wordt nog net verteerd en het vlakke vervolg via de Demer is net voldoende om terug een beetje op krachten te komen.
Het absolute hoogtepunt volgt nog. Het Grasbos in Diest is misschien wel beter bekend onder zijn bijnaam, de Poggio. Het is goed voor een kilometer klimmen aan gemiddeld 5,1%, het steilste stuk daarentegen is dan weer honderd meter lang aan 11,2%. Het is een stevige kuitenbijter maar na honderd kilometer stofhappen voelt die 11% echt wel veel steiler aan. Eventjes dalen om vervolgens het laatste Poggio-stuk af te haspelen. Een beter getrainde renner steekt me voorbij en lacht dat we zo meteen ook nog de Citadel voor de wielen geschoven krijgen. Ik beantwoord zijn opmerking met een flauw glimlachje, schrik voor kramp in mijn lachspieren. De Citadel, gelegen op de Allerheiligenberg is een van de overblijfselen van Diest als vestingstad. Tot 2011 hadden de paracommando’s hun intrek in de Citadel. Nu hebben diverse sportclubs, culturele verenigingen en jeugdwerking hun plaats gevonden in de Citadel. Sinds 2016 figureert de klim als aankomst in ‘Dwars door het Hageland’, de wielerwedstrijd. De klim over de kasseien zuigt het laatste restje energie helemaal uit mijn lichaam. Wat rest is binnenbollen op een zonovergoten plein aan Provinciedomein De Halve Maan. En drinken, veel drinken, om terug op krachten te komen.
‘Dwars door het Hageland’ was een erg mooie rit die door het bijzonder warme weer er bij de meeste deelnemers stevig inhakte. De organisatie van de Yuzzu Gravel Series is quasi perfect, het parkoers doet het beste van de streek aan, de bevoorradingen zijn uitgebreid en verzorgd en de sfeer uitstekend. Volgend jaar kom ik terug, beter getraind deze keer.
Meer info via Yuzzu Gravel Series.