Smugglers’ Path 2023: gravelen, chirofuif en glamping

“Als je komt, kom dan een heel weekend. Pas dan zal je de écht Smugglers-sfeer opsnuiven.” Na lang aandringen van organisator Erwin geef ik toe. Overnachten in een tentje is niet meteen mijn dada maar ik wil zo’n comboweekendje kamperen en gravelen een kans geven. Ik heb het me niet beklaagd. Het was één groot feest. Of om het met de woorden van een andere deelnemer te zeggen: “Dit is gewoon een geweldig geslaagde chirofuif!”

De vergelijking met de chiro valt bij het ontbijt op zondagmorgen. Het event loopt op zijn laatste benen. Met een suffe kop, een pijnlijke kont maar met een brede glimlach genieten we van een pistolet met confituur en een versgebakken eitje. De twee mannen naast ons aan tafel vertellen hoe ze de avond ervoor ‘de boel gesloten hebben’. Toen wij al lang lagen te snurken in onze tent waren zij nog volop in feeststemming. “Wat een feest was dat! Op een bepaald moment begon de deejay met drankjetons te gooien! We zijn met hem gaan babbelen. Toffe kerel. Toen we ons omdraaiden was er niemand meer. We waren de laatsten. Het was rond drie uur ‘s nachts. Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe ik in mijn slaapzak ben geraakt. Beetje zoals bij een chirofuif vroeger.”

Deejay? Doorzakken? Voor je denkt dat dit verslag per ongeluk verwisseld is met een festivalverslag, geen paniek. Dit gaat wel degelijk over een weekendje Smugglers’ Path. Laat ik misschien beginnen bij het begin…

Van basic tent tot glamping

Vrijdag in de late middag. De auto zit goed vol. Kamperen voor twee nachten of twee weken, veel verschil in pakken maakt het niet. Onze oude knokken willen comfortabel liggen. Geen opwerptentje dus, maar een degelijke tent. Extra matjes, goeie hoofdkussens. Gaan ze ons daar niet uitlachen? Aangekomen op de kampeersite in Hamont Achel zien we nog meer tenten van ons kaliber. Er zijn wel een hoop compacte bikepackingstentjes – sommige deelnemers zijn al bikepackend naar hier gefietst – maar evengoed staan er ferme kanjers van mobilhomes en busjes met daktenten.

Er komen bestofte fietsers aangereden. Ze hebben het warming-up ritje gereden. Wij zijn daar helaas te laat voor gearriveerd. Ach, we leven ons morgen wel uit. De organisatie heeft drie routes vooraf doorgemaild. De eigenlijke route op zaterdag, Smugglers’ Patch, een ritje vooraf op vrijdag en een hangover rit op zondag. Voor vandaag beperken we ons tot het opzetten van de tent en het aanschuiven aan de barbecue. De bakgeuren wakkeren ons hongergevoel aan.

Internationale bende

Al meteen bij de barbecue is de standaard voor het hele weekend gezet. Smugglers gaat duidelijk voor kwaliteit. Geen in de haast gebakken saucissen, maar veel keuze aan vlees, veggie en zelfs een volledige zalm die in een zoutkorst gegrild wordt. We raken aan de praat met andere deelnemers. Een beetje talenkennis komt daarbij van pas. We maken kennis met Denen, Fransen, Nederlanders en Duitsers, van wie er eentje zijn tickets cadeau heeft gekregen van zijn vrouw en zijn schoonbroer heeft meegebracht. (Kan alleen maar een topvrouw zijn als ze haar man zoiets cadeau doet, toch?) Ik sta ervan versteld hoe een kleine organisatie zo ver buiten de landsgrenzen bekend is geraakt. Een vrije jonge organisatie ook. Smugglers bestaat nog maar sinds 2018. Na het eten verhuizen we naar het kampvuur. De komende twee avonden vormt dat vuur dé spil waarrond alles draait. Er staan stoelen, bankjes en loungezetels van houten paletten. Het volume van de muziek gaat de hoogte in. De proosten die worden uitgebracht bij het klinken met de drankflesjes eveneens. De wind waait af en toe gensters onze richting uit. De rook nestelt zich in onze kleren en neusgaten. De muggen zoemen rond ons hoofd. Toch willen we niet wijken. Daarvoor is het te gezellig. En bovendien staat een flesje muggenmelk aan de bar dat gratis te gebruiken is. Rond half elf druipen we toch af. Morgen wordt een lange dag.

Spek met eieren

Als we uit onze tent struikelen, staan al heel wat gravelaars aan het ontbijt aan te schuiven. De geur van spek is niet te versmaden. Er zijn kraakverse pistolets en wie wil kan zich een spiegeleitje laten bakken. Heerlijk! Toch is er geen tijd om er een uitgebreid ontbijt-dat-overloopt-in-brunch van te maken. Om half 9 al wordt de groepsstart gegeven voor de lange tocht. Ik twijfel nog tussen de 110 en 160 kilometer. Twee dagen eerder heb ik een bikepacking van een weekje afgerond. Mijn carrosserie – lees: mijn kont – heeft al betere tijden gekend. Maar ik vang op dat de extra lus meer dan de moeite waard is. Het weer is uitstekend. Zonnig, niet te warm. En de meeste mensen die ik spreek, gaan eveneens voor de lange route. Ik kan toch niet achterblijven?

Er is opvallend meer volk dan gisteravond. Als deelnemer had je de keuze om een weekendticket te boeken of een dagticket waarbij je alleen op zaterdag de rit komt meerijden en blijft voor een korte afterparty. Er was een rush op beide tickets, want maanden voor het event was alles al uitverkocht.

Iets na half 9 gaan de hekken weg en wordt een kudde uitgelaten gravelzotten gelost. Hopelijk vinden ze net als de duiven hun weg terug naar huis. Een drone vliegt over het vertrekkende gezelschap voor de aftermovie. Een uur later zal ook de groep van de 110 kilometer aanzetten. Omdat ik bij het passeren van de tent nog snel mijn fietsbody uitspeel – het is warmer dan ik dacht – raken we meteen achteraan de groep. De eerste kilometers vormen we de staart van een lange sliert fietsers. Er is al een tijdje geen regen meer gevallen, het Kempense zand ligt er droog en soms zelfs mul bij. De voorste rangen van de groep hebben een grote stofwolk geactiveerd die fietser per fietser wordt doorgegeven tot bij ons. Het zand plakt in de zonnecrème op mijn benen en legt een poederlaagje op mijn fiets.

Offroad paradijs

De route is niet uitgepijld. Iedereen rijdt op gpx. Het percentage onverharde wegen ligt zeer hoog bij Smugglers’ Path. Het is niet zo dat je continu een groot aaneengeschakeld natuurpark doortrekt. Je rijdt van slag naar slag. De ene keer een brede gravelweg tussen landbouwwegen, de andere keer een onverharde trekweg langs een kanaal, dan weer rij je offroad langs de groene rand van een dorp in de welkome schaduw van een zoom bomen.

Het tempo vooraan in de groep ligt hoog en we raken snel versplinterd. We blijven in de achterhoede fietsen en willen er meer een ontdekkingstocht dan een race van maken. Daardoor komt het dat we na vijftig kilometer bij de bevoorrading in Opitter meteen gevolgd worden door de eerste fietsers van de groep van 110 kilometer. Ook al zijn die een uur na ons vertrokken.

Mmm. Hier zou Homer Simpson gelukkig van worden. Wat een bevoorrading! Een bar vol verleiding. Het meest in het oog springend is de Limburgse kruimeltaart waar je à volonté van kan nemen. Er zijn ook smokkelaars: een soort rozijnenbollen met confituur in. Iets typisch voor de streek blijkbaar. Omdat ik ‘s morgens wat last van maag en darmen had en niet veel had kunnen eten, speel ik twee stukken taart binnen. Wat een excuus, hoor ik je denken. Ja sorry, ze moeten er maar zo lekker niet uitzien. Het tuintje van brouwerij Cornelissen dat we mogen gebruiken is gezellig ingericht. Een beetje zoals een van de betere pop-upbars in de zomer. Ik vertrek bijna met tegenzin.

Heuveltje op en af

De mannen en vrouwen van de 110 kilometer vertrekken onmiddellijk terug naar basecamp. Wij nemen een extra lus met wat hoogtemeters. Er is geen woord van gelogen dat de extra lus van 50 kilometer meer dan de moeite waard is. We rijgen het ene bos na het andere aan elkaar tussen Neeroeteren en Dilsen-Stokkem. Het terrein is glooiend. Soms belanden we op singletracks waarbij we uit het zadel moeten springen. Echt zwaar technisch wordt het nooit. Het is ter afwisseling fijn om eens een sprintje bergop te trekken of kriebels in de buik bergaf te voelen. Soms trekken we over open vlaktes waar gele brem het terrein in vuur en vlam zet. Als dit paden zijn waarlangs smokkelaars effectief actief waren om hun goederen ongezien de grens over te krijgen, dan hadden ze in ieder geval een mooie omgeving als compensatie voor het risico gepakt te worden.

(lees verder onder de foto’s)

Vlak voor we opnieuw Opitter bereiken, belanden we op open velden waar boeren met grote machines in de weer zijn. De sublieme, brede gravelpaden stonden hier duidelijk in de uitverkoop. Er komt geen einde aan. We zigzaggen van het ene pad naar het andere. Voor ons uit zien we nog een paar groepjes rijden. Onder hen een duo met wie we al zowat de hele rit haasje-over hebben gespeeld. De ene keer halen zij ons in. De andere keer nemen wij weer de leiding. Stilaan krijgen we op de zigzaglijn de wind op kop. Dat belooft niet veel goeds voor het laatste deel na de tweede bevoorrading.

Die bevoorrading vinden we opnieuw in de brouwerij in Opitter. En hoera! Er is nog taart over! Ik boef alsof ik in dagen niet gegeten heb. Een beetje olie in de tank gooien zodat ik de finish haal. Voor we aan de laatste 50 kilometer beginnen is er een stukje urban gravel. We rijden dwars door de gebouwen van de brouwerij. Een leuk extraatje!

Kim Clijsters

De beentjes voelen niet meer zo fris aan. En de wondjes aan de poep van het bikepacken beginnen weer op te spelen. Om de zoveel meter stel ik me op de trappers om de pijn te verlichten. Het begint te prikken ‘daarbeneden’, nooit een goed teken. Ik concentreer me op het landschap dat opnieuw een smeltkroes is van brede lanen, smallere paadjes en gravelstroken in landbouwgebied. Af en toe zie ik een straatbordje ‘Bree’ opduiken. Ik bedenk wat een gelukzak Kim Clijsters was om in zo’n mooie streek op te groeien. Gek dat ze tennisser is geworden in plaats van fietser.

Op goed 15 kilometer voor het einde staan een paar jonge gasten in een partytent ons op te wachten met frisdrank, chips en wat zakjes snoep. Een laatste energiestootje om vol te houden. Mijn man mompelt ‘of het wel de moeite nog is om te stoppen’ maar ik antwoord met een blik die het midden houdt tussen een midzomeronweer en een doodsvonnis. Ik knijp de remmen toe en gooi alles tegelijk in mijn keelgat. Ik ben vooral blij even uit het zadel te zijn. Les geleerd: begin Smugglers’ Path met een ongeschonden poep.

Friet met pizza

Als ik na 160 kilometer onder de finishboog rijd, slaak ik een kreetje van verlichting. In de campzone is het gezellig druk. De banken zitten vol bestofte fietsers die hun vochtpeil niet snel genoeg weer kunnen bijvullen. Aan de foodtruck waar je als deelnemer gratis frieten en een hamburger kan scoren, staat een lange rij. Ik hoor gemor bij sommige mensen dat het net iets te lang aanschuiven is. Och ja, luxeproblemen. Ik wil me toch eerst gaan douchen. De organisatie heeft een grote douchevrachtwagen ingehuurd. Ik verwacht ook hier te moeten aanschuiven maar er zijn kotjes genoeg. Meer dan comfortabel genoeg bovendien. Ik heb op campings al slechter meegemaakt. En bonus: het water is zelfs nog warm na al die passages van eerdere fietsers.

Als ik frisgewassen terugkeer naar de eventzone is de lange file aan de foodtruck met frieten en hamburger opgelost. De deelnemers met een dagticket zijn naar huis teruggekeerd. Na een portie friet als aperitiefhapje schuiven we aan voor de foodtruck met verse pizza. Die bakken de hele avond door. En wij eten de hele avond door. Na 160 kilometer kan ik wel een halve koe op. Gelukkig voor de koe ben ik vegetariër. We nemen al snel twee vouwstoelen aan het kampvuur in beslag. Om beurten gaan we om drank en een nieuwe punt pizza. Wie aan de beurt is, slaakt daarbij een diepe zucht. De beentjes laten zich voelen bij het rechtstaan.

Rode lantaarn

Rond acht uur komen de laatste fietsers pas binnen. Een groepje vrouwen dat de grote afstand gereden heeft. Op het gemak maar zonder de intentie te plooien. Ze krijgen een warm applaus van de hele groep.

Intussen geeft de dj er weer een lap op. Van Goldband over techno naar metal, alles kan en alles mag. Ik ben blij te horen dat hij Disturbed vanonder het stof haalt. De goesting is er om lang te blijven plakken. Maar hoe later op de avond, hoe dieper ik in de zetel zak en hoe meer mijn ogen beginnen te wegen. Vroeger dan verwacht gaat ineens mijn licht uit. Ook al daveren we bijna uit onze tent van de luide muziek, ik lig snel in dromenland. Alleen om drie uur ‘s nachts schiet ik wakker door een luide kreet. “HELP!!!” Echt gemeend klinkt het niet. Het lijkt ons eerder een slechte grap van een zatlap en draaien ons nog eens om.

(Lees verder onder de aftermovie)

Camaraderie

De ochtend nadien raken we dus aan de praat met het duo dat als laatste het licht uitdeed. Ze blijken uit onze streek te komen. Dat weten ze nog wel. Maar hoe ze dus in de daktent van hun camionette zijn geraakt, dat dan weer niet. Of zij het waren die vannacht om hulp riepen? “Niet dat ik weet.” Niemand die weet wat er ‘s nachts aan de hand was. Nergens op het terrein wordt gelukkig een onthoofd lijk gevonden. Het zal wel een flauwe grap geweest zijn.

Onze nieuwe vrienden zijn niet alleen lyrisch over het feestje van de avond ervoor maar ook over de route. “We hebben trouwens de hele tijd in jullie buurt gereden.” Dan ineens valt mijn frank. Ik had ze met andere kleren aan niet herkend, maar het blijkt het duo met wie we haasje-over deden. “Ineens waren we jullie kwijt. Het laatste stuk was er te veel aan. We hebben een terrasje gedaan.” De stop met cola hebben ze niet eens opgemerkt. “We zaten er compleet door.”

Ze vertellen over de fietsavonturen die ze als maten al samen maakten. Lange trektochten ook. We wisselen verhalen en ideeën uit. Sommige belanden op elkaars bucketlist. Ook dat maakt dit soort events meer dan de moeite waard. Je verruimt je blikveld en vergroot je fietsvriendenkring. Nieuwe avonturen worden al in je hoofd gevormd nog voor achter het avontuur waaraan je bezig bent een punt wordt gezet.

Hangover

Gisteren de fuif afgerond, vandaag zijn ze de laatsten die van de ontbijttafel gaan samen met ons. Vrijwilligers beginnen stilaan het terrein op te ruimen. We zien op dat moment een klein groepje fietsers vertrekken voor de hangover ride. Iedere deelnemer heeft een extra gpx gekregen om vrijblijvend op zondag nog een klein toertje te maken. Veel zijn het er niet die van die gelegenheid gebruik maken. Bij velen is de hangover te groot. Geen haar op onze vier hoofden dat eraan denkt om vandaag nog een fiets aan te raken. We zijn voldaan. Op alle vlak.

Smugglers’ Patch was af. Sportief en extra-sportief. De organisator had gelijk. Om de echte vibe te voelen, moet je een heel weekend blijven. Dat is niet goedkoop. 179 euro voor het hele weekend. Maar eerlijk: je krijgt meer dan voldoende terug voor dat geld.

Zelf ook meefietsen met Smugglers?

Smugglers’ Path vindt in 2024 plaats in het weekend van 25 mei. Tickets zijn nog niet te koop.

Waarvoor je wel tickets kan boeken, is het Ardennenweekend van Smugglers: French Borders van 15 tot 17 september in Herbeumont.

Alle info: https://smugglers.be/

TAGS:
Datum:
Auteur:
Fotograaf:

Lees ook

100% Getest: Tunap Sports Premium Bucket

Eén pakket dat heel je fiets kraaknet houdt. De Premium Bucket slaagde in die opdracht, met behulp van het schoonmaakmiddel, kettingreiniger en -olie, en glansmiddel. Dat alles zit verpakt in een emmer, vergezeld van de essentiële attributen, zoals borstels en een doek.

Wij verkenden het parcours van het BK Gravel in Turnhout

De Kempense grindbak rond Turnhout is op 1 mei 2024 eventjes het epicentrum van het gravelracegebeuren. Die dag zal de nieuwe Belgisch kampioen er uit het stof opstaan. Op het biljartvlakke parcours zien best wel wat renners – zowel profs als amateurs – hun kans schoon om een mooie uitslag te rijden. Onze man speldt ook een rugnummer op en trok vorige week op verkenning.

Panaracer vernieuwt z’n bandengamma

De Gravelking SK van Panaracer is een oude bekende in het wereldje. Al tien jaar draait het rubber mee en dus vond Panaracer dat het hoog tijd was voor een update én een splinternieuwe Gravelking-band: de X1.