Schwalbe kwam al in 2015 met de S-One en G-One Allround op de proppen, dus was het Duitse bandenmerk vroeg op de afspraak. Die S-One werd uiteindelijk de G-One Speed, en ook de Bite en UltraBite kwamen erbij. In het gravelracecircuit volgde het succes al snel, want Amity Rockwell won de Dirty Kanza (nu: Unbound) in 2019. Ivar Slik won dan weer de Traka en Unbound toen de RS bij het gamma kwam. Die voorsprong ten opzichte van de concurrentie wou Schwalbe niet te grabbel gooien, dus werkte het naarstig verder aan vernieuwing om het intussen al zeer ruime gamma nog te versterken.
De R-gravellijn krijgt versterking met de RX Pro. Die Pro staat er niet zomaar, want de R en RS kregen net als die nieuwe RX de Pro-behandeling. Dankzij een nieuwe rubbersamenstelling en een nieuwe karkasconstructie kreeg dat snelle drieluik meer bescherming, een betere rolweerstand en extra soepelheid. De drie karkaslagen aan de zijkant zorgen voor extra flankbescherming, zodat insnijdingen minder kans krijgen. De V-Guard is nu een bredere antileklaag uit Vectran, een geweven materiaal dat zowel licht is als erg bestand tegen insnijdingen.
Deel twee van die Pro-behandeling is de nieuwe Addix Race-compound die de rolweerstand met 10% verlaagt (en daarmee meteen de snelste Addix-samenstelling in het gamma wordt) maar even duurzaam blijft. Het is een ‘dual compound’, met andere woorden: een snelle middenstrook, gecombineerd met een zijkant die meer grip creëert.
Dat Schwalbe het ecologische standpunt genegen is, merk je aan de keuze voor gerecycleerd carbon black (het zwarte bestanddeel dat zorgt voor een lange levensduur van de band), wat 80% CO2-uitstoot bespaart, en de keuze voor de samenwerking met Fair Rubber, de organisatie die ervoor zorgt dat het de boeren zijn die profiteren van de rubberoogst.
Een goede tubelessband moet stevig rond de velg blijven zitten en daarover is Schwalbe formeel: de Pro-lijn heeft de beste hielkern (de ‘kabel’ die op de rand van de band zit en ervoor zorgt dat hij niet van de velg af kan springen). De banden zijn tot het uiterste getest door op 1,6 keer de maximale bandendruk één uur lang op de velg te blijven in de plaats van aan 1,1 keer 10 minuten lang, zoals de ISO-norm voorschrijft. Bovendien zijn ze hookless-compatibel. Schwalbe gebruikt nu ook de term ‘Tubeless Ready’ in de plaats van Tubeless Easy.
Dat leidt ons terug naar waar de RX Pro in het gamma komt. Dat is dus als aanvulling op de G-One R en RS, waarbij de RX een agressiever profiel krijgt voor rotsig of modderig terrein, maar daarbij wel sneller is dan de Bite en Ultrabite. De Boomerang-noppen van de R zien we terug in het midden om tractie te creëren. De traanvormige noppen aan de zijkanten dienen dan weer om vlot te klimmen, terwijl de gebogen en lange noppen aan de buitenkant de grip moeten behouden in de moeilijkste bochten. Tussen de noppen zit er veel ruimte om modder vlot af te voeren.
Kortom, onder de noemer G-One Pro vind je nu een complete lijn voor alle omstandigheden. Daarbij krijg je nieuwe maten die tot 50 mm gaan en krijg je naast een tanwall ook compleet zwarte uitvoeringen, en dat alles voor 74,90 euro.
Eerste (en tweede) indruk
Normaal kan ik bij zo’n introductie dan een korte, eerste indruk geven na één of twee ritjes, maar van de G-One RX Pro kreeg ik van Schwalbe na de eerste testrit in Duitsland nog een tweede testset opgestuurd: een set banden zoals je die in de winkel terugvindt, aangezien de eerste nog preproductiemodellen waren. Dat gaf me de kans om de verschillen op te meten met twee verschillende gravelbikes. Ik kan er al meteen kort over zijn: de RX Pro maakt je fiets sneller, terwijl je toch quasi overal de grip behoudt.
De eerste set verving de hypersnelle en 5 mm smallere Tufo Speedero, dus daar merkte ik enkel een verbetering op het vlak van grip, maar die tweede kwam in de plaats van de Pirelli Cinturato Gravel H in dezelfde maat 45 mm. Daar was de snelheidswinst echt een openbaring. De fiets voelde meteen veel minder log, stuurde directer en de banden voelden een pak soepeler aan. Een upgrade van de bovenste plank. In vergelijking met de G-One R en de RS die ik al eerder testte, is deze RX iets luider, doordat de noppen in het midden verder uit elkaar staan dan bij de R, maar toch merkte ik weinig snelheidsverlies. Daar moet ik uiteraard wel bij vermelden dat die R en RS nog van de vorige (niet Pro) generatie zijn.
Aan modder was er de jongste maanden geen gebrek, dus kon ik in elke bocht wel de grip van die RX Pro testen. Ook hier alleen maar bemoedigende indrukken. Hij houdt zich voortreffelijk en is consequent in zijn gedrag. Ik werd niet verrast door een plotse, onverwachte uitbraak van het voor- of achterwiel. Ook op stukken rechtdoor, waar ik opeens door een verraderlijk gladde slijkstrook moest, hielden deze Schwalbes me recht.
Conclusie
De grip, snelheid en soepelheid maken van de Schwalbe G-One RX Pro een zeer veelzijdige band. Rij je alleen in droge omstandigheden – Echt, serieus, wie heeft in 2024 die luxe gehad? – dan zijn de R en RS Pro de betere keuzes, maar in het andere geval is de RX Pro perfect voor wie op een veilige manier snel wil gravelen. Je kan trouwens gerust combineren: een snellere band achteraan met een agressiever model vooraan. Een lekke band heb ik nog niet gehad, maar om de duurzaamheid echt op de proef te stellen, moet ik nog even doorfietsen. En dat zal ik met alle plezier met deze Schwalbes blijven doen.