Isospeed wordt Isobow
Eerst even het geheugen opfrissen. We schrijven juli 2015. Een paar dagen voor de start van de Ronde van Frankrijk ben ik in Utrecht in het aangename gezelschap van onder meer Emily Batty. Trek stelt daar de Procaliber voor, een mountainbike waarop de IsoSpeed Decoupler gebruikt wordt. Die Isospeed kenden we reeds eerder van de Trek Domane, de racefiets waarmee de kasseien van Parijs-Roubaix getemd moesten worden. De Isospeed kreeg al snel een vervolg op de cyclocrosser, Trek Boone, en nog even later dus op de Procaliber. Nu, net geen tien jaar later, stelt Trek met deze Isobow de opvolger voor.
De Isospeed is – was? – een soort van scharniersysteem dat de zitbuis van de bovenbuis ontkoppelt. Zo kan de zitbuis mee bewegen onder invloed van de krachten van het terrein. Bovenbuis, zitbuis en staande achtervorken bewegen onafhankelijk van elkaar, zonder dat er een complex dempingssysteem en dito demper aan te pas komen. Neen, Isospeed maakt niet plots een full suspension van je hardtail. Je behoudt wel de stijfheid en efficiëntie maar krijgt er gewoon een mini-schepje comfort bovenop.
De Isobow doet het helemaal anders. Hier lopen de staande achtervorken langs de zadelpen door tot in de bovenbuis en wordt er in de bovenbuis een open ruimte gecreëerd. Het principe is vergelijkbaar met een bladveer waarbij de zitbuis mee kan bewegen. Hierdoor worden trillingen van wortels, rotsen en ruw terrein beter gedempt. Dit verhoogt het comfort en bespaart energie. Isobow biedt volgens Trek slechts 80% aan comfort vergeleken met de Isospeed. Je moet al een heel fijngevoelige kont hebben om dat verschil te voelen. Sterker zelfs, de Trek-rijders konden het verschil tussen de vorige generatie en deze Gen 3 bij blind testen, niet opmerken. Het systeem is daarentegen vergeleken met de Isospeed Decoupler eenvoudiger en lichter. Het nieuwe frame zou hierdoor ongeveer 150 gram lichter zijn. Kortom, 20% minder comfort maar wel 150 gram lichter. Het totaalgewicht van het frame komt hierdoor op 1150 gram. Dat is licht, maar vergeleken met concurrerende hardtails niet vederlicht. Maar, wat ons nog veel belangrijker lijkt, Isobow is een geheel onderhoudsvrij en veel eenvoudiger systeem dan Isospeed.
Prachtig frame
Ja ja, we weten het wel, over kleuren en geuren kan je niet discussiëren. Onzin natuurlijk. Kijk maar eens naar de prachtige kleurstelling van deze Procaliber. Die afwerking! Die lak!
Met enkel maar een leuk kleurtje maak je natuurlijk geen topfiets. Dat hebben ze bij Trek al heel lang begrepen. Het frame van de Procaliber maakt gebruik van het OCLV Mountain carbon. De Optimum Compaction Low Void is een beproefde technologie van Trek waarbij er zo weinig mogelijk hars tussen de carbonvezels wordt gebruikt, de Mountain moet dan weer duidelijk maken dat er een sterker type vezel gebruikt wordt.
Vooraan aan de Procaliber vallen ons twee dingen op. De kabels lopen niet via het balhoofd naar binnen, maar gewoon langs de bovenbuis en de Knock Block, die belet dat je stuur tegen de bovenbuis aantikt, is verdwenen. In het frame passen twee bidonhouders en er is geen nokje voorzien om een voorderailleur te bevestigen. Achteraan merken we uiteraard de erg ranke staande achtervorken, want die maken immers integraal deel uit van het Isobow-concept. Geheel mee met de trend van brede(re) banden kunnen hier 2.4”-banden gemonteerd worden, en zelfs met die brede banden is er nog volop ruimte.
Even langer blijven we stilstaan bij de linkerkant van het frame. Daar maakt Trek gebruik van de Floating Brake Mount, waar de remklauw rechtstreeks op de steekas steunt. Deze bevestiging isoleert de remkrachten die worden uitgeoefend op de staande achtervork, zodat die kan doorbuigen en trillingen kan absorberen zonder de remmodulatie en remkracht te beïnvloeden.
Van voor naar achter
Ons testmodel is met 4499 euro het duurste model uit het gamma, een heel erg mooie prijs als je even nagaat wat je daarvoor allemaal in ruil krijgt.
Crosscountry dezer dagen smeekt bijna om een 120 millimeter vork. Trek kiest hier voor de voortreffelijke SID 35 120 met Rush-demper. Die is een beetje zwaarder dan de topvork met Raceday-demper maar moet in prestaties amper onderdoen. Bedienen van de vork doe je vanop het stuur met een hendel in twee standen: open of dicht, meer dan voldoende opties voor een XC-gerichte hardtail.
Die hendel – Bontrager droplock – heeft me echter meermaals in verwarring gebracht. Met de bovenste hendel bedien je je vork, met de onderste de seatdropper. In de praktijk liet ik toch net iets te vaak het zadel zakken terwijl ik eigenlijk mijn vork wou blokkeren. En andersom. Dan zou ik liever voor een twistloc opteren voor bediening van de vork en een aparte hendel voor de seatdropper.
Stuur en stuurpen komen uit eigen RSL-stal en zien er simpelweg prachtig uit.
Aandrijven en schakelen doe je met de GX Eagle AXS-groep. En daar is niets mis mee. Toegegeven, de schakelsnelheid van de XX-groep is een tikje sneller, het prijskaartje echter meer dan een tikje hoger. Schakelen gaat soepel en precies, ook onder zware belasting, zoals ik op een paar onverwacht steile hellingen op het parcours van Schoorl mocht ondervinden. Sram levert een setje Level-remmen, ook daar is niet mis mee. De ergonomie is top, het uiterlijk erg gelikt en de doseerbaarheid uitstekend. Het zijn niet de krachtigste stoppers, maar op een lichte hardtail volstaan ze ruimschoots.
Opnieuw Bontrager dat instaat voor wielen en banden. De Kovee Elite 30-wielen zien er niet enkel erg knap uit, ze zijn sterk en betrouwbaar. Met een interne velgbreedte van 29 millimeter zijn ze daarbovenop helemaal klaar voor de montage van brede banden. Brede banden, zoals deze Sainte-Anne, een lichte en snelle band met minimaal profiel.
Geometrie
Weinig verrassends onder de geometrie-zon, ook de Procaliber krijgt een geometrie met een vlakkere balhoofdhoek, langere wielbasis en grotere reach. De aluminium Procaliber fungeerde hier als model voor zijn carbon-broer (of zus, zo je wilt). De balhoofdhoek gaat van 68,8° naar een behoorlijk vlakke 67°. Daardoor wordt de wielbasis 35 millimeter langer (van 1100 naar 1135 millimeter). De chainstays blijven met 430 millimeter lekker kort. De reach daarentegen is op maat M 10 millimeter langer geworden (430 millimeter). De zitbuishoek is een halve graad steiler geworden en komt nu op 74,4°.
De stuurpen – geïntegreerd in het stuur – is 70 millimeter lang. Dat is naar hedendaagse normen dan weer relatief veel. De korte balhoofdbuis en de negatief gerichte stuurpen zorgen voor een erg sportieve en diepe zitpositie. Hou er wel even rekening mee dat dit een combo stuur-stuurpen is, veel aanpassingen zijn daar niet mogelijk aan.
Knallen maar
Die zitpositie van hierboven zit mij met mijn 1 meter 76 als gegoten. Beentje erover smijten en je thuis voelen, zoiets. Mijn vuurdoop met de Procaliber was op het mountainbikeparcours van Schoorl, misschien wel een van de mooiste en meest technische parcoursen van Nederland. Ik lees me voorafgaand op allerhande mountainbike-fora in over die route en een lichte angst overvalt me toch. Is zo’n hardtail wel de meest geschikte optie voor deze omloop? Ik lees dingen als drops, boomwortels, northshores … Een paar uur later blijkt die vrees helemaal ongegrond. Ik begrijp dat mountainbikend Nederland een collectief trauma heeft overgehouden aan een of andere drop op de Olympische Spelen van Tokio, maar om nu bij elk obstakel een waarschuwingsbordje te gaan zetten … Akkoord, Schoorl is best technisch, kent pittige afdalingen waarbij ervaring en stuurmanskunst geen overbodige begrippen zijn, maar de Procaliber 9.7 trekt er zich prima uit de slag.
Op de vaak wel erg steile klimmetjes gaat de Procaliber echt als door een wesp gestoken. Even denk ik dat het aan mijn conditie ligt, maar die is begin november meestal niet echt top. Versnellingen, spurtje recht op de pedalen, na een haakse bocht wegknallen … dit terrein is helemaal gemaakt voor de Procaliber. Op snelle en kronkelende singletracks wordt het helemaal kicken. Je denkt nog maar aan de volgende bocht of de Procaliber gaat al gewillig op zijn zij liggen.
Aangenaam verrast overigens door deze Sid-vork. Die maakt efficiënt komaf met oneffenheden en reageert snel en gevoelig. Je voorwiel blijft netjes aan de grond gekleefd en de hele fiets volgt de door jou opgelegde rijlijn perfect. In technische afdalingen geeft de Procaliber – ondanks het feit dat het een pure crosscountry-hardtail is – bakken vertrouwen. De langere reach, de vlakkere balhoofdhoek, de dropperpost en die 120 millimeter veerweg hebben hier zeker hun aandeel aan. Daags na mijn eerste kennismaking met Schoorl, knal ik er opnieuw een rondje tegenaan. De pacourskennis heeft het vertrouwen deugd gedaan. De snelheid gaat met een ruk de hoogte in.
Maar hoe zit het met het beloofde comfort? Moeilijk te zeggen. De scherpe randjes lijken een beetje afgevlakt te worden, maar het blijft natuurlijk wel een sportief ingestelde hardtail. In ruiger terrein zal een full suspension zeker zijn toegevoegde waarde hebben, maar de adrenaline-verhogende eigenschappen van het rijden met een hardtail blijven toch voor de nodige sensaties zorgen. Stijfheid en efficiëntie van de hardtail, gecombineerd met een tikje comfort waardoor je net iets langer in het zadel kan blijven zitten. Ik heb geen één-op-één vergelijking gedaan met de vorige generatie met Isospeed, maar naar mijn aanvoelen en (niet steeds even betrouwbare) herinnering biedt de Isospeed net iets meer comfort dan de Isobow. Vergeleken met de gemiddelde hardtail biedt de Procaliber 9.7 daarentegen wel meer comfort.
Conclusie
De Trek Procaliber 9.7 is een erg geslaagde hardtail. Eentje waarbij we ons afvragen waarom Trek er ook niet meteen een high-end versie van voorziet. Martin Sneeuw, Media Specialist bij Trek, geeft ons het antwoord: “Voor high-end hardtails is geen markt meer. Voor het geld van een high-end hardtail heb je reeds een hele goede full suspension. De specs van de 9.7 zijn voor wedstrijdgebruik reeds erg goed. SID, RSL-stuur, carbon wielset … De aandrijving zou je nog kunnen opwaarderen. Maar daar heeft de wedstrijdrijder die een hardtail wenst, zo wel zijn eigen kanalen voor.” Een antwoord waar we ons wel in kunnen vinden. Met 4499 euro is de Procaliber 9.7 weliswaar scherp geprijsd maar ook niet spotgoedkoop. Monteer nog lichtere onderdelen en een XX Eagle SL-groep en je krijgt een bom van een lichtgewicht hardtail met een stevig prijskaartje. Een lichtgewicht full suspension is bijna altijd de betere keuze, maar vaak duurder in aankoop en in onderhoud.
De Procaliber 9.7 is een erg leuke, snelle en veelzijdige hardtail waarmee het heerlijk knallen is. De geometrie is top, de fiets geeft – voor een hardtail althans – bakken vertrouwen en dat tikje comfort dat de Isobow je oplevert, is mooi meegenomen. En dan hebben we het nog niet eens over de looks van deze erg knappe bike.